Sfeer in lange, eenzame nachten in 'Verscholen dorp' niet na te bootsen

Op de vlucht in Veluwse bossen

Door ANDRÉ HORLINGS

Hut

Een (nagebouwde) hut in het Verscholen Dorp (Foto Albert & Mara)

(23 juni 1994) De hut bevindt zich diep in het grootste natuurgebied van Nederland; de afgelegen, bijna onbevolkte bossen ten oosten van Vierhouten. Daar diende hij tussen april 1943 en oktober 1944 als onderduikplaats voor vluchtelingen. In de omgeving stonden er nog acht; half verscholen in de aarde, het dak weggewerkt onder plaggen bosgrond. Dat was het 'verscholen dorp'. Daar leefden gemiddeld honderd mensen op een kluitje, dag in dag uit, wachtend op de vrede of op de Duitsers. Binnen is het donker. Het interieur - een houten tafel, banken en britsen - is nauwelijks te onderscheiden. Vijftig jaar geleden was er nog minder te zien. Toen werd de ingang aan het oog onttrokken door struikgewas. In het bos herinnert een gedenkteken aan acht bewoners die hun vlucht niet overleefden.

De hut is nagebouwd, maar de beklemmende sfeer is niet na te bootsen. De kou die er geleden werd is op zomerse dagen ver weg - in de winter kon de kachel alleen 's nachts worden gestookt, anders zou rook de plek verraden. De ontspannende fietstocht over goed geplaveide wegen is niet te vergelijken met de riskante rit of wandeling met levensbehoeften over vrijwel onbegaanbare paden, die bijna dagelijks door vrijwilligers werd gemaakt. De lange, eenzame nachten zijn al helemaal niet voor te stellen; tussen zonsondergang en zonsopgang is de toegang tot het bos verboden.
De bewoners waren joden, geallieerde vliegeniers die waren neergestort, Britse parachutisten op de vlucht na de Slag om Arnhem, een Pool, een Rus en zelfs enkele Duitse deserteurs; de categorie onderduikers die het meeste gevaar liep. Dagelijks waagden mensen hun leven om hen te verzorgen. Een echtpaar uit Nunspeet, opa Bakker en tante Cor, haalde hun wasgoed op en vertelde hun de laatste nieuwtjes. Anderen brachten aardappelen, groenten, fruit en ander voedsel, waarvan altijd een buffervoorraad voor veertien dagen aanwezig was. Duitsers waagden zich maar zelden zo diep in de bossen. Maar gelukkig bleef sneeuw uit in de winter 1943/'44, want dan waren de sporen nooit onopgemerkt gebleven.

Ontdekking

Op 29 oktober 1944 keken twee SS'ers, die aan het jagen waren, vreemd op, toen ze hout hoorden hakken; zo diep in de bossen en ook nog op zondag. Ze gingen op onderzoek uit en stuitten plotseling op een jeugdige bewoner die water wilde halen. Ze snelden terug naar het gebouw De Paasheuvel, waar ruim honderd Duitse soldaten gelegerd waren, maar toen die bij het kamp arriveerden hadden de meeste vluchtelingen zich uit de voeten gemaakt. Ze ontdekten de hutten en bestookten ze met handgranaten. Acht joodse bewoners werden opgepakt.
'Oom Henry' Speyers, die aan een maagbloeding leed, had de vluchters niet willen belasten en was achtergebleven. Arend Samuel Meyers en John Roedolfs namen het risico nog wat spullen op te halen en werden gepakt. 's Avonds werd ook de Duitse deserteur Peter ontdekt, doordat een Landstormer op diens laars ging staan; hij zou later op transport weten te ontsnappen. De volgende dag liep het echtpaar De Leeuw tegen de lamp, samen met het zesjarige zoontje Johnny van Arend Meyers. Later die dag werd het bejaarde echtpaar 'tante Kaatje' en 'oom Max' Hoedemaker ontdekt.
Hun einde was wreed. Aart Visser meldt in 'Het verscholen dorp', een boek over het kamp, dat tante Kaatje, die zwaar suikerziek was, die nacht onverzorgd overleed in de kelder van De Paasheuvel. Even buiten het gebouw werd een kuil gegraven waar ze in werd gelegd; oom Max moest op de rand gaan staan en werd er met een handgranaat aan flarden gescheurd. De anderen, waaronder de zesjarige Johnny, werden doodgeschoten; 'ze zijn hier anderhalf jaar geweest; nu mogen ze hier altijd blijven', was het cynische commentaar van SS-Sturmscharführer Frankenstein, die 'recht' had gesproken.
Na de oorlog was Duitse hulp noodzakelijk om de graven te kunnen opsporen. Toen bleek dat de beentjes van de jongen waren verbrijzeld. Opa Bakker werd in februari 1945 op hardhandige wijze gearresteerd en op 2 maart samen met 47 andere verzetsstrijders in Varsseveld gefusilleerd. Tante Cor overleefde de oorlog. Zij stierf in 1989 en werd onder grote belangstelling begraven.

Fietstocht

Door de bossen van Vierhouten is een wandel- of fietsroute uitgezet, die een goede indruk geeft van de omstandigheden waaronder de onderduikers moesten leven. Hij passeert eerst het gebouw 'De Paasheuvel', waar voor de oorlog socialisten dansten om de meiboom en tegenwoordig evangelische christenen hun pinksterconferenties houden. In de oorlog was het door het Duitse leger gevorderd. Erachter ligt een piepklein zomerhuisje. Daar was de kuil waarin tante Kaatje en oom Max werden begraven. De weg leidt ook langs plaatsen waar zich andere drama's afspeelden. Zo wordt in het bos verwezen naar de plek waar op 10 oktober 1944 twee Apeldoornse verzetsmensen, de broers Klaas en Auke Zeilstra, door de Duitsers werden geëxecuteerd. Wat verder ligt het monument met de namen van de acht omgekomen joden; twee sobere stenen die op 4 mei werden onthuld. Dan passeert men een huisje, met de toepasselijke naam 'Pas Op'; het dorp dankt er zijn bijnaam 'Pas Op-kamp' aan. Maar de naam zou eeuwenoud zijn en waarschuwen tegen struikrovers. De bewoners, de familie Vos, speelden een cruciale rol bij de opvang van de vluchtelingen.
Vervolgens wijst een paddestoel naar het onderduikerskamp, na een wildscherm waar geduldige passanten ongezien wild kunnen bespieden. Het kamp wordt aangegeven met een gedenksteen waarop 'de velen die in deze veilige haven mochten verkeren' in het bijzonder opa Bakker en tante Cor bedanken. Een pijl wijst naar de hut, die op de oude plaats is nagebouwd. In de omgeving waren er nog acht en volgend jaar zullen ook die plaatsen worden aangegeven.
De route slingert vervolgens terug in de richting van Vierhouten, waarbij na enige tijd een huis wordt gepasseerd, waar ook joden verborgen werden gehouden, van wie er acht door loslippigheid werden opgepakt. Zes van hen stierven in een concentratiekamp; de bewoner van het huis werd met 39 anderen in Vught om het leven gebracht.
Het beeld wordt pas compleet met een bezoek aan het bescheiden museum in 'De Ouwe Schuure' in Vierhouten. Foto's van onderduikers, herinneringen aan het drama van de ontdekking, een levensbeschrijving van opa Bakker en tante Cor, een vogeltje dat uit hout werd gesneden door de Rus Koesjma, gebruiksvoorwerpen, oude kranten, munten en bonkaarten geven een uitstekende indruk van het dagelijks leven in het kamp.


DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola