Tussen augustus 1998 en half maart 1999 bleef het in Nederland regenen. In de herfst verrotte de oogst op de velden en in het vroege voorjaar was het onmogelijk om de grond bouwrijp te maken voor het volgende oogstseizoen. Bovendien vielen er in de Alpen in februari recordhoeveelheden sneeuw, die bij een snelle inval van de lente een vloedgolf aan rivierwater zou kunnen veroorzaken.
In de volgende twee artikel worden verschillende aspecten onder de loep genomen. André Horlings dook in de geschiedenis van natte winters; Anne Marie van der Kolk sprak met boeren en bouwvakkers bij wie het water overigens nog niet echt aan de lippen bleek te staan.

Op natste jaar 1998 volgde de natste winter

Sinds augustus '98 breekt regen alleen maar records

Door ANDRÉ HORLINGS

(13 maart 1999) Sinds 21 augustus 1998 is het niet meer goedgekomen met het weer. ,,In een groot deel van Europa is de zomer de komende dagen zoek'', kondigde het weerbericht aan. ,,Voorlopig worden we ingepalmd door een vrij actieve depressie boven Scandinavië. Het herfstachtige scenario reikt tot over de Alpen.''

Het weer van september 1998 tot februari 1999 is in de kronieken van het Belgische meteorologische instituut KMI samengevat als 'extreem overvloedige regenval'. (Zie ook: De overvloedige neerslag van september 1998 t.e.m. februari 1999 en zijn invloed op de debieten van Leie en Demer). De neerslagtotalen waren 'uitzonderlijk' in september en januari en 'zeer abnormaal' in oktober.
Na hoosbuien in de nacht van 13 op 14 augustus regende het in België vrijwel onophoudelijk van 21 augustus tot 10 september. De enorme hoeveelheden water veroorzaakten er overstromingen, met plaatselijke erosie als gevolg. De Nederlandse weerstatistieken constateren in deze periode minder bijzonderheden. Het accent lag hier op 13 en 14 september, toen in de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden ruim 100 mm neerslag werd afgetapt. En op 28 oktober viel in een strook van de westkust via de Noord-Oost-Polder tot Drenthe 70 tot 90 mm. Het afvloeien van al dat hemelwater veroorzaakte plaatselijk wateroverlast.

KNMI: 1998: oktober | november | december | 1999: januari | februari | maart

Overstromingsdreiging

Neerslag Jaarlijkse neerslag in Nederland tussen 1992 en 1990 (Wordt Nederland steeds natter? (Universiteit van Amsterdam) >

De alarmbellen gingen rinkelen toen zich via de grote rivieren 'hoogwatergolven' richting Nederland spoedden; ook al als gevolg van overvloedige regenval in de Alpen en het stroomgebied elders. Maar die vlakten af en overstromingsdreigingen zoals in 1993/'94 en 1995 bleven uiteindelijk uit.
Wel ging 1998 de geschiedenis in als 'het natste jaar van de 20e eeuw'. Het landelijk gemiddelde neerslagcijfer kwam uit op 1111,5 mm tegen 792,1 mm normaal. In Schellingwoude bij Amsterdam viel de meeste regen: 1373,6 mm; een absoluut record.
Alsof dat niet genoeg was werd de zachte winter tussen december 1998 en februari 1999 opnieuw een recordnatte periode. Het KNMI in De Bilt kreeg 244 mm regen in de meter tegen 193 mm normaal. Herfst en winter samen waren er met 696 mm nog nooit zo nat. In de periode maart 1998 t/m februari 1999 werd maar liefst 1308 mm neerslag verwerkt; aanzienlijk meer dan in dezelfde periode in 1965/'66 (1183), 1994/'95 (1104 mm) en 1966/'67 (1100 mm).

Recordsneeuwval in Alpen

Daar kwam in februari ook nog eens een enorme sneeuwval bij in het Alpengebied. In negen dagen viel aan de noordelijke hellingen één tot drie meter sneeuw. In verschillende plaatsen was dat een eeuwrecord. Volgens het KNMI lag de sneeuw op de Säntis (2500 m) in Zwitserland maar liefst zeven meter hoog, waarmee het februarirecord van 1970 (660 cm) werd overtroffen. In maart dat jaar groeide de hoeveelheid overigens nog verder aan tot 740 cm, terwijl er op 2 april 1944 830 cm werd gemeten.
De gigantische hoeveelheden sneeuw veroorzaakten er ernstige overlast. Talloze dorpen raakten ingesneeuwd, tot en met Lech, waar koningin Beatrix vakantie hield. Er was niet veel voor nodig om de enorme sneeuwmassa's in beweging te brengen. Lawines eisten tientallen slachtoffers.

Smeltwater gevaar?

Intussen nadert de lente. Het water van de grote rivieren staat in Nederland aanzienlijk hoger dan normaal. Nog steeds ligt der heel veel sneeuw in het Alpengebied. Maar de zon wordt steeds krachtiger en onvermijdelijk komt het moment dat een groot deel van de sneeuw gaat smelten en overstromingsgolven smeltwater zich via de Rijn naar Nederland spoeden. Moet opnieuw rekening worden gehouden met overstromingsgevaar?
Wat dat betreft ontstaat al gauw bezorgdheid sinds de wateroverlast van 1993/'94 en 1995, toen de Maas in Limburg overstromingen veroorzaakte en meer stroomopwaarts (in 1995) de bevolking uit voorzorg werd geëvacueerd. Volgens Harry Geurts van het KNMI was er toen echter sprake van een uitzonderlijke samenloop van omstandigheden. ,,De hoge waterstanden rond de jaarwisseling van 1993/'94 en januari 1995 werden voorafgegaan door ruim een maand gestage en soms intensieve regen. De Maas reageerde daar snel en heftig op. In 1995 kwam door de dooi veel smeltwater vrij van de massa's sneeuw die begin januari waren gevallen. De ondergrond was nog bevroren, zodat het water met grote snelheid werd afgevoerd. Druppel die de emmer deed overlopen was het feit dat vervolgens in Wallonnië in tien dagen 300 mm neerslag viel - driemaal zo veel als normaal.''
Nu is er volgens Geurts geen aanleiding voor ongerustheid. ,,Wanneer het in de Alpen koud blijft, zal veel sneeuw verdampen. Alleen wanneer de dooi gepaard gaat met een enorme regenval in het stroomgebied zijn problemen te verwachten.''

Situatie niet uitzonderlijk

Volgens hydroloog Bart Parmet van het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer (RIZA) staat het water in de grote rivieren op het ogenblik inderdaad vrij hoog, maar is dat niet zorgwekkend. ,,De waterstand van de Rijn bij Lobith bedraagt op dit moment 13 meter, tegen 10,50 meter normaal; de uiterwaarden zijn volgestroomd. Dat is niet uitzonderlijk. De waterafvoer bedraagt er 5.000 kubieke meter per seconde tegen 2.300 kuub normaal. Maar de capaciteit van de rivier is 15.000 kuub, zodat er nog veel capaciteit over is. Bovendien zijn de weersvooruitzichten op korte termijn heel gunstig. Voorlopig blijft het droog.''
Ook volgens Parmet zijn calamiteiten alleen te verwachten wanneer de dooi gepaard gaat met een enorme regenval in het stroomgebied van 160.000 vierkante kilometer. ,,Wanneer het er relatief koud blijft, smelt de sneeuw maar geleidelijk. En zet de warmte door, dan fungeren Zwitserse meren zoals de Bodensee vooralsnog als buffer, waarin enorme hoeveelheden water kunnen worden opgevangen. Dat gebeurde bijvoorbeeld ook in mei 1994. Toen werd in het Zwitserse Rheinfelden bij Basel een enorme afvoer gesignaleerd. Uiteindelijk waren de gevolgen in Nederland te verwaarlozen.''

Over de bureaucratische gevolgen verscheen het onderzoek Extreme regen 1998: schurende ketens binnen het openbaar bestuur van M.J. van Duin namens het Crisis Onderzoek Team. Uit de evaluatie blijkt dat de bestrijdingsactiviteiten van waterschappen, gemeenten en provincies te weinig op elkaar waren afgestemd. (Integrale tekst via Google Books)

In 2004 volgde de natste zomer in zeker vijftig jaar

© André Horlings (WUGO)

Drassige landerijen en verdronken gewassen

Door ANNE MARIE VAN DER KOLK

Regen, regen en nog eens regen. De meer dan overvloedige regenval die vanaf vorig jaar zomer tot en met een paar dagen geleden ons land teisterde, heeft haar tol geëist. Boeren en tuinders smeken om droogte en wind zodat ze het land kunnen klaarmaken voor het voorjaar. Aannemersbedrijven waren vaak gedwongen het werk neer te leggen omdat er niks te beginnen viel in de ondergelopen bouwputten.

De Gewestelijke Land- en Tuinbouworganisaties (GLTO) kenschetsen de situatie in Overijssel en Gelderland als zorgelijk omdat boeren hun landerijen niet kunnen bemesten en inzaaien. De grond is immers volledig verzadigd van (regen)water. De vele neerslag heeft geleid tot een hoge grondwaterstand. Het water verdampt bovendien nauwelijks omdat de temperatuur in de wintermaanden lager ligt dan 's zomers. Tachtig procent van de landbouwbedrijven kampt volgens GLTO-medewerker Gerrit Pol met problemen. Alleen op de drogere esgronden in Twente en een deel van Salland en in delen van Gelderland is de situatie ietsje beter.

Vorig jaar al miljoenenschade

Al sinds juni vorig jaar is sprake van extreme regenval wat de afgelopen herfst bij vele boeren leidde tot een schadepost die miljoenen beliep. Het ministerie stelde toen een schaderegeling voor gedupeerde boeren in.
Pol: ,,Nu kunnen boeren vanwege de drassigheid niet met hun voorjaarswerkzaamheden beginnen. De zomertarwe, gerst en in mindere mate rogge en haver komt te laat in de grond. Ook de voorbereidingen voor het poten van aardappelen, zoals het omploegen van land, moeten noodgedwongen worden uitgesteld. Elke maand uitstel betekent zo'n tien tot twintig procent omzetverlies.''
De mestopslag is een ander knelpunt, zeggen zowel de GLTO als het Mestbureau Oost in Deventer. Gierkelders en andere noodopslagplaatsen zitten bomvol omdat de afzet van mest op het land stagneert. De achterstand in de mestafzet beloopt volgens directeur Jan Hullegie van het Mestbureau Oost een half jaar. De opslagcapaciteit in de noordelijke provincies zit volgens hem mudvol met mest van het vorig jaar en de afgelopen herfst toen de boeren evenmin konden uitrijden vanwege alle nattigheid. Op zoek naar opslagkelders voor mest hebben boeren inmiddels ook hun toevlucht genomen tot de kelders van leegstaande boerenbedrijven waarvan de eigenaren zijn geëmigreerd naar bijvoorbeeld Canada. ,,Een uitzonderlijke situatie'', vindt Gerrit Pol.

Veertien dagen droog

Droog weer met wind en dat minstens veertien dagen lang, eerder is geen verbetering te verwachten, zeggen alle partijen. Hullegie: ,,Het zaaiseizoen begint binnenkort en voordien moet de mest zijn uitgereden. Daarnaast hebben veel boeren nog maÃis en aardappelen van vorig jaar op het veld staan. Die moeten ook nog omgeploegd worden.''
De mestverwerkingsfabriek in Beltrum (bij Eibergen), waarover het Mestbureau Oost sinds een jaar beschikt, draait op volle toeren. Per week wordt drieduizend kuub drijfmest (tachtig Áa negentig tankwagens) omgezet in concentraat, barstensvol mineralen. Van het leegmaken van de mestkelders bij boeren, zoals dat elk voorjaar gebeurt, is deze keer al helemaal geen sprake, volgens Hullegie. ,,Als we erin slagen om zeventig procent weg te werken ben ik al tevreden. Lukt dat niet dan hebben we een groot probleem'', verzucht hij.

Nog geen echte ramp

drassig Ca. 1882 schilderde Willem Maris ook al eens 'koeien in een drassig weiland' >

Behalve de boeren lijden ook tuinders onder de zompigheid van het land. De oogst van aardappelen, uien, witlof en peen vielen eind vorig jaar behoorlijk tegen, meldt het Productschap Tuinbouw. De aanvoer van deze groenten naar veilingen daalde sterk waardoor de prijzen stegen. Ook de tuinders staan te popelen om met zaaien en planten te beginnen maar staan vooralsnog werkeloos aan de kant. De boomkwekerijsector laat weten dat de afzet van bomen de afgelopen maanden lager was dan normaal. Mensen stellen het planten van een boom in hun tuin liever nog even uit tot het droger wordt. Echt rampzalig is de toestand nog niet, vindt Arie van Woerden van het Productschap Tuinbouw. ,,Als het maar droog wordt. Dat kan veel goedmaken.''
Tuinbouwveilingorganisatie The Greenery in Den Bosch merkt volgens woordvoerder Simon Roos weinig van de wateroverlast. ,,De prijzen zijn in elk geval vergelijkbaar met die van vorig jaar. Ze zijn zelfs iets hoger maar dat komt niet door het natte weer maar doordat het veilingwezen iets strakker en efficiÃenter is geregeld.''

Ook bouwprojecten in de problemen

Bouwprojecten die nog in de ruwbouwfase verkeerden moesten de afgelopen maanden herhaaldelijk worden stilgelegd omdat er door de vele regens niet te werken viel. Bouwbedrijf Obdeijn in Deventer telde in de maanden september tot en met januari drie keer zoveel 'onwerkbare dagen' als normaal.
Ook 'binnen' kon men niet aan de slag met stucen of het leggen van cementdekvloeren omdat de dakbedekking nog niet klaar was. Achterstanden zijn volgens het hoofd productie A. Grandia, zoveel mogelijk ingelopen door 's avonds en op zaterdagen te werken. ,,Soms is met opdrachtgevers overlegd over het verschuiven van de opleverdata. Bij oplevertermijnen die verder weg liggen heb je natuurlijk nog kansen om de achterstand weg te werken.'' Hij noemt de regenval ,,abnormaal hoog'' en schat de schadepost voor Obdeijn tussen september en december op iets minder dan twee ton. ,,Een forse kostenpost.'' Dat bedrag omvat de kosten voor het nemen van extra maatregelen in verband met de regen zoals windafscherming, extra manuren en nooddakbedekkingen.
Ook bouwbedrijf Bruil in Ede kan hierover meepraten. Werkzaamheden in de wegenbouw (grondverzet, asfaltering, riolering, aanleg van rotondes) hebben grote vertraging opgelopen. ,,Onze mensen zagen nauwelijks wat ze deden omdat alles weer werd weggespoeld door de regen. Ze zaten langer in de bouwketen en werden eerder ziek door het nare weer'', luidt de reactie van Hans Bruil. ,,Het was bijna elke dag raak, de wegen droogden gewoon niet meer op. Normaal moeten we een flink deel van onze omzet nog in het najaar halen maar dat is dit keer niet gelukt. Ik heb gehoord dat we sinds de bouwvak maar vijf werkbare weken hebben gehad maar of het waar is weet ik niet. Hoe dan ook, het is een ramp.''

© Anne Marie van der Kolk (WUGO)



DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola