De samenleving ontwikkelt zich in de richting van een belevenis-economie. Alleen gewone dingen geef je gratis weg, dus daarom gaan winkelcentra binnen afzienbare tijd entree heffen voor het fun-shoppen. Dat suggereert het boek ‘De Beleveniseconomie’. Maar de Amerikaanse schrijvers gaan nog aanzienlijk verder: het echte gat in de markt wordt gevonden wanneer de consument aan zichzelf gaat werken. Het is nuttig als de doelgroep weet wat hem boven het hoofd hangt.

Na de ‘belevenis-economie’ wordt het tijd dat de klant zichzelf verandert

Consumenten aan een touwtje

Door ANDRÉ HORLINGS

(26 juni 2000) Het staat er echt: ‘Het is van essentieel belang inzicht te hebben in wat de klant echt zou moeten worden en hoe ver hij inwendig nog verwijderd is van die behoeften, ook al beseft de klant dit niet zelf’’ cursifering in de originele tekst). ,,Het heeft geen zin zelfs maar met een transformatie te beginnen, wanneer niet een of andere daaraan voorafgaande preformatieactiviteit de kandidaat versterkt op die terreinen waar hij nog te zwak is om verder te komen.’’

Dit is geen semi-religieuze prietpraat van een vage sekte, maar de toekomstvisie van de Amerikaanse managers B. Joseph Pine II en James H. Gilmore in het boek ‘De Beleveniseconomie’. Ze willen daarin ondernemers voorbereiden op omschakeling naar een heel nieuwe vorm van geld verdienen: ‘klantenbenadering in de wereld van de emoties’. Maar het is goed als de doelgroep, de consument, daar ook kennis van neemt: dan weet-ie wat hem boven het hoofd hangt. De uiteindelijke bedoeling is een ‘transformatie-economie’ te scheppen waarin de klant vergaand wordt gemanipuleerd.
We doen trouwens al hard mee aan de verwezenlijking van die nieuwe maatschappij, waarmee vergeleken de wereld van Big Brother van 1984 een voorbeeldige democratie is geweest.

Belevenissen

'Werk is theater en elke onderneming creëert zijn eigen podium’, is de ondertitel van het boek, dat suggereert dat de tijd van de koopjes en de kortingen definitief voorbij is. ,,De diensteneconomie heeft zijn hoogtepunt bereikt. Thans dient zich een nieuwe economie aan, gebaseerd op een heel ander type economische output.’’
‘Belevenissen’ vormen daarin een apart product. Een kopje koffie kost thuis een dubbeltje tot een kwartje en in een snackbar een paar gulden, maar we betalen er in een chique omgeving moeiteloos vijf tot tien gulden voor - exclusief de fooi. Sportschoenen van Nike van twintig dollar gaan pas gretig van de hand wanneer ze ‘cross-trainingsschoenen’ worden genoemd en honderd dollar kosten. Hoogtepunt van een verjaardagspartijtje was vroeger het aansnijden van de door moeder zelfgebakken taart en nu een uitstapje naar het plaatselijke filiaal van McDonald.
In de VS wordt het feestje voor een bedrag tussen de 100 en 500 dollar uitbesteed, zodat de veertien vriendjes en vriendinnetjes van de zevenjarige Elisabeth Pine voor 146 dollar (exclusief taart) in een ouderwetse boerderij ,,een stukje vroegere agrarische economie konden beleven door koeien te borstelen, schapen te knuffelen, kippen te voeren, hun eigen appelcider te maken en met een hooiwagen rond te rijden’’.
De rijkste belevenissen in het leven bezitten vier elementen: amusement, leven, esthetiek en ontsnapping. Winkelen op zondag is ‘funshoppen’ geworden; je maakt er altijd wel wat mee. In de ‘belevenishoofdstad’ van de wereld, Las Vegas, is vrijwel alles er op ingericht om de werkelijkheid te ontvluchten, van de gokautomaten op het vliegveld via de casinopaleizen in de vorm van sfinx of piramide tot de drank, drugs en prostitutie. Bezoekers van Disney komen niet in aanraking met nep, want ze worden zorgvuldig buiten alle trucages gehouden.

Niet gratis!

Pine en Gilmore steken hun afschuw over ‘commodities’, gewone gebruiksvoorwerpen, niet onder stoelen of banken. Het gratis weggeven van goederen om diensten te mogen leveren heeft volgens hen een onvoorstelbaar en ongewenst hoog niveau bereikt. ,,Je verkoopt een belevenis niet echt als je er geen toegangsprijs voor vraagt. Als je ze weggeeft zijn ze geen toegangsprijs wáárd!’’ Ze wijzen op IBM, die er achter kwam dat zijn ooit gratis aangeboden service in feite zijn waardevolste aanbod vormde; nu wordt het jaarlijkse groeipercentage van IBM Global Service met twee cijfers voor de komma gescheven.
Dat je voor toegang tot een themapark een (forse) toegangsprijs betaalt zal iedereen als redelijk ervaren. Maar Pine en Gilmore voorspellen dat in de volwassen geworden beleveniseconomie complete winkelcentra de bezoeker geld gaan vragen om binnen te komen. ,,Een toegangsprijs zou het moeilijker maken gasten te trekken die er voor het eerst zijn (’U bedoelt dat ik moet betalen om hier te mogen eten?’), maar het zal gemakkelijker zijn ze terug te laten komen.’’

Transformatie

Tot zo ver is ‘De beleveniseconomie’ niet meer of minder dan een handleiding voor ondernemers om meer omzet te genereren door het scheppen van illusies. Maar Pine en Gilmore gaan aanzienlijk verder. Belevenissen alleen hebben geen blijvend effect; op den duur treedt slijtage en verveling op. Daarom moeten ze gaan leiden tot structurele veranderingen. Als de klant aan zijn eigen verbetering gaat werken, kunnen hele nieuwe markten worden geopend. Het uiteindelijke doel is het openen van een transformatie-economie.
Daar wordt overigens al hard aan gewerkt. Mensen peigeren zich af in een fitnessclub en hopen zich daardoor beter te gaan voelen. Atleten houden hun conditie op peil met energiedrank en vitaminepillen. Becel is goed voor hart en bloedvaten. De ‘eetbelevenis’ kan worden versterkt als het restaurant meetbare verbeteringen in het vooruitzicht stelt in cholesterolniveau en gewicht en verfijningen aanbrengt die zijn gericht op het verbeteren van de echtelijke relaties. De kinderpartijtjes-industrie moet meer rekening houden met de behoeften van het kind in de bereikte levensfase, de ouders begeleiden bij de vele verjaardagen die nog volgen en zich dus gaan richten op verjaardagstransformaties. Zelfs het verblijf in de gevangenis komt aan bod: dat moet een ‘kwaliteitscorrectie’ worden.
In de Verenigde Staten, herinnert het boek, sturen vrouwen hun mannen naar manifestaties van de Promise Keepers, in de hoop dat ze daardoor een betere echtgenoot worden; de semi-religieuze organisatie roept mannen op meer verantwoordelijkheid voor hun gezinnen te nemen, maar wil volgens linkse tegenstanders eigenlijk geëmancipeerde vrouwen terugsturen naar de keuken.
Maar het gaat in feite ook om een religieus gebeuren, geven Pine en Gilmore toe aan het eind van het boek. ,,Ondernemingen en hun klanten zullen in toenemende mate concurrerende levensbeschouwingen zien als legitiem zakelijk domein en als mogelijkheid zich van anderen te onderscheiden.’’

B. Joseph Pine II en James H. Gilmore: ‘De beleveniseconomie’. Uitgeverij Academic Service, prijs ƒ 59,50.



ANDRÉ HORLINGS OP INTERNET:
Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Het drama van de SS Pavon
Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola