Esmeralda de Hilster (16) uit Wolphaartsdijk mag niet in lange broek naar het Reformatorisch Vormingsinstituut in Goes, want in de Bijbel staat dat er onderscheid moet zijn tussen mannen en vrouwen. Het feit dat ze lijdt aan een allergie, waardoor panty's een ondraaglijke jeuk veroorzaken, is ondergeschikt aan dit gebod. Vorig jaar waren er overigens nog geen bezwaren, maar door een fusie met het 'zwaardere' Plancius Instituut in Rotterdam werden de regels strenger. Het 13-jarig Turks meisje Savim Yldiz was vijf dagen niet welkom op het interconfessionele Baandert College in Heemskerk, want zij wilde de lessen volgen met een hoofddoekje om. Onder druk van protesten stemde de directie uiteindelijk toe. Twee recente voorbeelden waarin kinderen in de mangel raken van voorschriften die hun bescherming moeten bieden tegen een boze wereld. Ze haalden de krant vanwege hun uitzonderlijke karakter. Maar waarschijnlijk vormen ze het topje van de ijsberg.

Anne van der Meiden: 'Afweren van vragen drijft fundamenalisten in het getto'

Diepgewortelde angst voor een zondige wereld

Door ANDRÉ HORLINGS

(13 oktober 1994) ,,Er is een wezenlijke verontrusting over de alles op de wip zettende vernieuwing in de theologie, een innerlijk beven bij de gedachte dat er niets meer waar en betrouwbaar is'', constateert de theoloog dr. Anne van der Meiden in de zesde geactualiseerde druk (1993) van De Zwarte Kousenkerken, zijn in 1966 voor het eerst verschenen 'portret' van de 'bevindelijk-gereformeerde' kerkgenootschappen aan de rechterzijde van het religieuze spectrum. ,,Plotseling leeft de aandacht voor deze bevolkingsgroep weer op. Door fundamentele kwesties als inenting tegen polio, door het gevecht van vrouwen om als volwaardig lid binnen de SGP te kunnen worden opgenomen, door burgemeesters die weigeren Sinterklaas te ontvangen of schoolbesturen die 'hokkende' schooljuffrouwen uit de school willen weren.'' Hetzelfde geldt voor de tweede en soms alweer derde generatie van de islamitische gastarbeiders. Hun kinderen en kleinkinderen groeien op in het niet eens meer christelijk te noemen Nederland, waar andere normen en gebruiken gelden, die vaak als bedreigend worden ervaren en in ieder geval niet op de Koran zijn gebaseerd. Het hoofddoekje lijkt terrein te winnen.

De grenzen vervagen. Ooit onaantastbare normen en waarden worden uitgehold. De zekerheden van vroeger zijn verdwenen. Het geloof in dogma's is ingeruild voor twijfel over alles. De kerken stromen leeg. In 1899 stond 97,7 procent van de Nederlanders ingeschreven bij een kerkgenootschap. Bijna vijftig jaar later (1947) was dat nog 83 procent, maar in 1988 noemde minder dan de helft (48,6 procent) zich nog kerkelijk betrokken. Het percentage rooms-katholieken daalde in die periode van 38,5 naar 25,6; van de 31,1 procent hervormden was nog 12,4 procent over en de gereformeerde aanhang daalde van 8,6 naar 6,6 procent. Het aandeel van 'overige' godsdiensten liep licht terug, van 4,8 naar 4,0 procent, maar de identiteit veranderde dramatisch. Doopsgezinden, remonstranten en luthersen raakten rond driekwart van hun aanhang kwijt. Ruim 3 procent van de Nederlandse gelovigen is nu islamiet en nog eens 0,5 procent aanhanger van andere niet-christelijke godsdiensten (hindoes, boeddhisten).

Orthodoxe groei

AnnevanderMeiden Ds. Anne van der Meiden (Foto RTV Oost) Klik foto voor website) >

) De ontkerkelijking lijkt minder vat te hebben op orthodoxe gereformeerde gezindten als vrijgemaakt en christelijk gereformeerden en gereformeerde en oud-gereformeerde gemeenten. Die maakten zelfs een groei door, al was die in hoge mate te danken aan de daar vrij algemeen geldende weerstand tegen anti-conceptie. Aan de andere kant blijken de charismatische 'pinkster'-bewegingen een groeiende aantrekkingskracht te bezitten: van nauwelijks 1400 leden in 1947 tot 70.500 in 1989, verdeeld over een toenemend aantal onderling afwijkende stromingen.
De deconfessionalisering werd nog eens extra duidelijk in mei, toen het Christen Democratisch Appèl (CDA) twintig van zijn 54 zetels verloor. Negentien gingen er naar niet-christelijke partijen. Slechts één kwam bij 'klein rechts' terecht. De Reformatorische Politieke Federatie (RPF) ging van één naar drie zetels, het 'vrijgemaakte' Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) behield zijn twee vertegenwoordigers, en de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) raakte één van zijn tot nu toe zeer stabiele aantal van drie zetels kwijt; waarschijnlijk als gevolg van de geruchtmakende discussie over het SGP-vrouwenlidmaatschap. Overigens gaan veel SGP-vrouwen om principiële redenen niet naar de stembus, en dat scheelt al gauw een zetel.
Ondanks de aandacht trekkende incidenten lijken de behoudende stromingen _ bevindelijke en charismatische christenen en orthodoxe moslims _ steeds meer in een isolement te geraken. Wat hen overigens steeds meer bevestigt in hun gelijk. Want 'als de goddelozen talrijk worden neemt de overtreding toe', is te lezen in Spreuken 29 vers 16. De pragmatische opstelling van het CDA tegenover principiële vraagstukken als abortus en euthanasie vormde in de afgelopen jaren al een steen des aanstoots voor orthodox Nederland. Maar het CDA zit nog niet in de oppositie of het 'goddeloze' paarse kabinet zet, met zijn plannen de winkelsluitingswet aanzienlijk te verruimen, de frontale aanval in op wat nog is overgebleven van de zondagsrust.
Om zich tegen de verwording van de maatschappij te wapenen is in de afgelopen decennia ter rechterzijde een stevige 'zuil' ontstaan. Hoewel de interpretaties van de Bijbel -- zelfs de gehanteerde vertalingen -- per kerkgenootschap sterk verschillen, vonden ze elkaar in een organisatorische samenwerking op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en de media. Nederland telt vijftien reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs, met samen rond 19.000 leerlingen. Naast de algemene Riagg bestaat de 'gereformeerde' Gliagg, waar de antwoorden op levensvraagstukken worden gezocht met de Bijbel in de hand. Het Reformatorisch Dagblad nam er de plaats in van Trouw dat, zoals Van der Meiden het uitdrukt, ,,semi-neo-gereformeerd geworden was, bevolkt met tobberige, gebaarde journalisten die PPR of PvdA stemden, die sport in de kolommen gooiden en het kerknieuws inruilden voor nieuws uit Chili, Vietnam, Angola, Zuid-Afrika enzovoort''; de vrijgemaakten hebben hun eigen 'Nederlands Dagblad'. En de opmars van de Evangelische Omroep maakt duidelijk dat een aanzienlijk deel van de bevolking zich aangesproken voelt door de zendingsdrang van deze organisatie. Voor een deel van de reformatorische christenen is tv echter nog steeds een afkorting voor 'tot verschrikking, tot verdwazing en tot verdoemenis'; een verderfelijk en God onterend medium. De SGP maakt nog altijd geen gebruik van zijn recht op politieke zendtijd.

Bijbelse norm

De school in Goes houdt zich inderdaad aan een bijbelse norm. 'Een vrouw zal geen manskleren dragen en een man geen vrouwenkleed aantrekken, want ieder die deze dingen doet, is de Here, uw God, een gruwel', staat in Deuteronomium 22:5. En het islamitische meisje uit Heemskerk volgt de Koran, die vrouwen en meisjes raadt hun aantrekkelijkheden te verbergen om te voorkomen dat ze door mannen als lustobject worden beschouwd. Soera 33:59 stelt: 'O profeet! Zeg tot jouw echtgenotes, jouw dochters en de vrouwen van de gelovigen iets van haar overkleding over zich heen naar beneden te laten hangen. Dat bevordert het best dat men haar herkent en niet lastig valt. En God is vergevend en barmhartig'.
Dat sluit overigens goed aan op de regels die de apostel Paulus in zijn eerste brief oplegde aan de kleine christelijke geloofsgemeenschap van de Corinthiërs in Griekenland, en die in de 'zware' dorpen ook nu nog leiden tot folkloristisch aandoende optochten rond kerktijd, waarin stemmig zwart, lange rokken en opmerkelijke hoedjes de aandacht trekken. Volgens hoofdstuk 11 dient een man blootshoofds te bidden; een kennelijk door Paulus ingevoerde regel, om afstand te nemen van het gebruik bij de joden, die het hoofd juist dienen te bedekken wanneer ze met religieuze zaken bezig zijn. Maar 'iedere vrouw, die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan, want zij staat gelijk met ene, die kaalgeschoren is'. Kaalscheren was in het Griekenland van die tijd de straf bij echtbreuk. Bovendien was volgens Paulus voor de vrouw lang haar een eer en voor de man een schande; dat Jezus veelal met lang haar wordt afgebeeld, moet dus wel een historische vergissing zijn. De discussie over uiterlijkheden is overigens van alle tijden. In 1859 maakten de zeer behoudende 'Ledeboerianen' in Middelburg zich druk over de bakkebaarden en het 'gescheiden haar', dat door gemeenteleden in Zuid-Holland werd gedragen.
Hoofdstuk 11 schrijft nog een andere, steeds meer omstreden regel voor: de vrouw is ondergeschikt aan de man, want 'het hoofd van iedere man is Christus, maar het hoofd der vrouw is de man'. De mannelijke superioriteit wordt in hoofdstuk 14 trouwens nog eens bevestigd. Vers 35 meldt: 'Als zij (de vrouwen) iets willen te weten komen, moeten zij thuis haar mannen om opheldering vragen; want het staat lelijk voor een vrouw te spreken in de gemeente'. Op grond van deze bijbeltekst sprak een meerderheid van de mannen in het SGP-bestuur zich tegen het vrouwenlidmaatschap uit. Maar in het niet eens zo ver verwijderde verleden was het een maatschappelijk aanvaarde regel: tot 1957 maakte het huwelijk een vrouw automatisch handelsonbekwaam.

Grijze Kousenkerken

Staphorst

Volgens Anne van der Meiden, die opgroeide in het 'zware' christelijk-gereformeerde milieu, daarvan afstand nam, maar zijn soms harde kritiek verpakt in een pleidooi vol liefde en begrip, is echter ook ter rechterzijde een onomkeerbare revolutie aan de gang. ,,De scherpe kanten gaan wat af van de zondagsheiliging, de emancipatie van de vrouw zet door, de openheid naar andere werelden wordt groter, de zuigkracht van de jeugd naar 'lichtere' vormen van geloofsbeleving blijft niet uit en vooral bij jonge mensen komt verzet tegen al te zwaar opgelegde uiterlijke kentekenen van een geïsoleerd geloof.'' De term 'Zwarte Kousenkerken' acht hij al niet meer op zijn plaats: ,,Misschien kunnen we tegenwoordig beter over de Grijze Kousenkerken spreken.''
Hij verwacht nog aanzienlijk ingrijpender wijzigingen. Anti-conceptie is nu nog taboe, maar veel mannen maken op een onverantwoorde manier gebruik van hun bij het huwelijk toegekende gezag. Het gevolg: grote gezinnen en vroeg afgetobde vrouwen. ,,Maar de pil rukt op. Om medische redenen! Gelukkig zijn er slimme, niet tot de groep behorende artsen, die er een prachtige, medische draai aan geven om de vrouw voor (nog meer) bevallingen te behoeden.'' Volgens hem zullen voorbehoedmiddelen steeds meer aanvaard worden, met kleinere gezinnen als onontkoombaar gevolg. Ook zal de ontkerkelijking toeslaan, doordat de beter opgeleide jongeren steeds kritischer zullen worden.
De tegenstellingen tussen de geloofsleer en de wetenschap zullen steeds meer frictie opleveren. Van der Meiden wijst erop dat het Reformatorisch Dagblad ooit diep in het stof moest buigen, nadat gemeld was dat astronauten stenen meebrachten van de maan, en daarmee bewijzen aandroegen voor het feit dat het hemellichaam 'miljoenen jaren oud' was. In een rectificatie werd het bericht op grond van Gods Woord verworpen: de aarde kon immers niet ouder zijn dan enkele duizenden jaren. ,,De tussenschotten bezwijken en de fundamentele zekerheden worden aangevreten. Men kan en wil niet meer in (zondagse) getto's leven. De vanzelfsprekendheid van de zekerheden verliest de sociale context waarin het allemaal gedijen kon.''

Fundamentele voorspellingen

Aan het eind van zijn boek komt Van der Meiden tot een aantal hard geformuleerde 'fundamentele voorspellingen'. ,,Wat vroeger 'waar' en 'dierbaar' was, wordt ontmaskerd als onecht, onwaarachtig. Veel huichelarij en gewichtigdoenerij zullen het af moeten leggen tegen een gezond geestelijk-pragmatisch denken. Goed geschoolde mensen, die van vele zijden hun informatie ontvangen en leren kritisch te denken, kunnen de wereld van geloof en leven niet blijvend gescheiden houden. Eens komt het conflict en de praktijk heeft aangetoond dat, waar het conflict ontstond, de breuk definitief werd.''
Volgens Van der Meiden zal op de kerken in de zware streken ,,steeds meer een beroep worden gedaan zich te engageren, zich bereid te verklaren ook na te denken over de onvoorstelbare problemen waarvoor de wereld staat. Het afweren van die vragen zal de zware kerken in het getto drijven''. Het schriftgezag wordt aangetast, ook al omdat ,,men leert inzien dat de vrome vaderen nogal selectief met de Heilige Schrift zijn omgegaan''. Bovendien zullen de kerken ter verantwoording worden geroepen voor de steeds weer nieuwe scheuringen op grond van onverzoenlijke interpretaties van bijbelteksten. ,,Te lang heeft men God voor afscheidings- en scheuracties laten opdraaien. Mensenwerk moet ook mensenwerk genoemd worden.''
Hetzelfde proces speelt zich af in tal van gezinnen van ooit gretig binnengehaalde 'gastarbeiders'. Zij leven in een schizofrene wereld. Thuis gelden heel andere normen dan buiten, waar het klimaat bovendien steeds killer wordt door een toenemend racisme. De ouderen hebben vaak geen ander referentiekader dan de islam, en net als de reformatorische christenen klampen ze zich meer en meer vast aan het behoud van de traditionele waarden. Hun kinderen en kleinkinderen zijn daarentegen -- met vallen en opstaan en soms ontsporend -- volop bezig met een integratieproces in de Nederlandse maatschappij, waarbij het nog maar de vraag is wat er behouden zal blijven van de eigen nationale of religieuze identiteit.
Cultureel antropologe Yvon Bartelink promoveerde in maart aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op een onderzoek naar de geloofsbeleving van een groep Marokkaanse vrouwen. In haar proefschrift 'Vrouwen en Islam' beschreef ze de kwetsbare positie van moslimvrouwen in Nederland en maakte ze duidelijk hoe moeilijk hun integratie in onze samenleving is. De Islam bindt hen aan tal van geschreven en ongeschreven voorschriften, waaronder als puntje bij paaltje komt absolute gehoorzaamheid aan hun man of vader. Bartelink betoogde dat zij zich daar echter lang niet altijd zonder meer bij neerleggen en dat Koran en Tradities (geschriften van de profeet Mohammed) hen veel meer ruimte bieden dan in de praktijk wordt toegestaan.

Maagdelijkheid

Biblebelt De Nederlandse Biblebelt (Christelijk Informatie Platform) >

Bovendien geldt de Islam vaak als hulpmiddel in de opvoeding, op het moment dat andere argumenten ontbreken. ,,Veel ouders besteedden nauwelijks aandacht aan de Islam, totdat een dochter wil gaan roken, naar de disco of met jongens omgaan. Dan krijgen ze te horen: wij zijn moslim en dat mag niet. Voor jongens geldt dat veel minder.'' Jongens en meisjes groeien gescheiden op, met uiteenlopende normen. Seks is voor jongens allerminst taboe, maar een meisje dient als maagd het huwelijk in te gaan.
Uitvoerig beschreef Yvon Bartelink een Marokkaanse bruiloft, tot het ontluisterende einde: 'het bewijs van Salina's maagdelijkheid was die nacht niet geleverd'. Ondanks het medische feit dat de vereiste bloeding door alle mogelijke oorzaken kan uitblijven, wordt vastgehouden aan dit ritueel. Theoretisch mogen vrouwen die dit gebod overtreden ter dood worden gebracht; een wezenlijke dreiging, die bij jonge meisjes enorme angsten veroorzaakt. Bartelink constateerde dat artsen daarom steeds vaker worden geconfronteerd met verzoeken om een 'maagdverklaring'. Dat werd afgelopen week nogmaals bevestigd tijdens een themadag in Amsterdam: gynaecologen worden in toenemende mate benaderd voor een 'hersteloperatie', al was het maar voor de zekerheid.
Het proefschrift bevestigde dat in toenemende mate een beroep wordt gedaan op de Islam. De hoofddoek is daarbij een strijdmiddel geworden. ,,Het begint allemaal streng te worden'', constateerde een van de gesprekspartners. ,,Vrouwen waren hier vroeger heel modern en nu: bijna allemaal een hoofddoek.'' Een van de jongere meisjes had duidelijk last van de reacties op straat: ,,Als ik tegen mijn moeder zeg dat ik geen hoofddoek op doe zegt ze: wat kan jou dat schelen, laat ze toch lachen. Maar dat kunnen wij niet, want wij kunnen ze verstaan. En als ze dan zeggen 'stomme Turk' of 'stomme buitenlander', dan doet dat zeer, hoor.'' Een meer behoudend meisjes constateerde: ,,Gelukkige durven steeds meer vrouwen een hoofddoek te dragen.'' Voor haar was de hoofddoek een stukje eigen identiteit.
Het ziet er naar uit dat de confrontaties tussen de behoudende religies en de maatschappij steeds heftiger zullen worden. Het broekenconflict in Goes en de hoofddoekenkwestie in Heemskerk zijn symptomen van een groeiend generatieconflict, dat met veel pijn zal worden uitgevochten. In veel gevallen zullen de zekerheden van het religieuze verleden worden ingeruild voor de onzekerheden van de hedendaagse maatschappij. De onvermijdelijke emancipatie van moslimvrouwen in de westerse maatschappij maakt de 'dubbele standaard' die geld voor islamitische jongens en meisjes steeds minder aanvaardbaar.
Volgens Anne van der Meiden ervaren velen hun afscheid van de oude waarden als een opluchting; als een last die is afgevallen. ,,Toch zal nog dikwijls een vaag heimwee opkomen bij de herinnering aan het 'gesloten' religieus systeem van thuis, waar de dingen vastlagen, de mensen gesitueerd waren, de orde onverstoorbaar bleek.'' De reacties op zijn boek leerden hem echter ook dat iin sommige gevallen leegte en schuldgevoel ontstond; het gevoel dat men verraad heeft gepleegd en bang is voor het oordeel. En angst: ,,Stel je voor dat het allemaal tòch waar is!''



DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola