dagrapport

Het dagrapport van 24 december 1761 van de opperstuurman: één dode en twee slaven.

Dode matroos 'overboordt'; eigendommen 'verkogt'

Verdrietige Kerstavond aan boord van slavenschip

Door ANDRÉ HORLINGS

(10 december 2013) Op 24 december 1761 was het slavenschip d' Eenigheid 85 dagen onderweg. op 1 oktober was het schip vertrokken naar Afrika, waar slaven zouden worden gekocht die in Zuid-Amerika weer moesten worden verhandeld. Dat is nu 252 jaar geleden. Het Zeeuws Archief maakt het mogelijk om de hele reis van dag tot dag te volgen.

overleden Het rapport waarin de opperstuurman de dood van de matroos meldde bevatte een symbolisch tekeningetje: een hoofdje met beenderen en een zandloper, het symbool voor tijd en de vluchtigheid van het leven. Ook de chirurgijn gebruikte dit symbool. >

Ook toen was het Kerstavond, en de bemanning ver van huis. Van de commerciële en sentimentele kerstsfeer van het ogenblik zal ongetwijfeld geen sprake zijn geweest, maar toen de Engelse koningin Victoria in 1840 met de Duitse prins Albert trouwde importeerde ze ook de Duitse kersttradities. In 1841 was de eerste kerstboom te zien op Windsor Castle.

Waarschijnlijk had iets van die sfeer in de drie decennia die volgden ook wel Zeeland bereikt, of de verhalen van Charles Dickens, die het vorige jaar was overleden.. Of daar nog iets van te merken was onder de tropenzon is onbekend. Maar de godvruchtige bemanning zal veel aan thuis hebben gedacht, waar misschien wel sneeuw lag en de kerkklokken beierden om het feest van het kind in de kribbe te vieren. Want in de 18e eeuw werden op Eerste Kerstdag vaak drie kerkdiensten gehouden en op Tweede Kerstdag twee, met ’s avonds ook een kerstzangfeest.

Aan boord van het slavenschip d' Eenigheid voor de kust van het Afrikaanse Liberia zal het een sombere Kerstavond zijn geweest, die ook nog onrustig eindigde: ’s nagts travatig met swaare donder en weerligt en regen tot ’s morgens. Somber voor de twee slaven die die dag waren gekocht en die nu, samen met de zes die zich al aan boord bevonden, een volstrekt onzekere toekomst tegemoet gingen. Maar ook somber voor de bemanning, die een kameraad moest missen. Roelof Siewerdts, een matroos, was overleden. Hij had meteen een zeemansgraf gekregen. Zijn schamelijke bezittingen kwamen, na een publieke verkoop die net 31 guldens opbracht, bij de overige bemanningsleden terecht.

CleynBassa

Cleijn Bassa aan de kust van Liberia wordt met een Google-symbool aangegeven.

Febris quotidiana

Eigenlijk was Siewerdts al beroerd aan boord gekomen. Op 2 oktober, toen d' Eenigheid nog maar net de Westerschelde had verlaten, had hij zich gemeld bij de chirurgijn, Petrus Henricus Couperus (37). Hij vertelde dat hij in zijn vaderland Noorwegen vier weken ziek was geweest. De chirurgijn constateerde febris quotidiana; dagelijkse koorts, en mengde een poeder voor ordinaare gaande en koomende koortsen met als bestanddelen koortsdempende kreeftsogen, rood koraalmos, gebrande hertshoorn, salpeter, saffraan, nootmuskaatolie en een zweetdrijvend middel.

Maar de koorts bleef aanhouden, en elke dag werd Siewerdts swakker. De arts schreef hem toen de mixtura sudorificans voor: elke twee uren een lepel en 's morgens het elixir proprietatis ; een alcoholisch aftreksel van saffraan, aloë en mirre.

Het leek te helpen. Op 20 november ging Siewerdts (volgens de chirurgijn Siegers) weer aan het werk, maar viel wederom in, hoeste sterk, teerde volkoomen uit. Niets hielp meer.

Na alle middelen in ’t werk gestelt te hebben, schrijft Couperus in december, soo gaf hij zijn ziel in handen van sijn Schepper den 24 deser 1761.

Setten hem overboordt

Het dagrapport van de opperstuurman verraadt die dag geen enkele emotie en meldt de dood van de matroos tussen twee komma's. Wel bevat de tekst een tekeningetje dat de dood symboliseert en dat ook door de chirurgijn werd gebruikt.

nalatenschap De verkoop van de eigendommen van Roelof Sieverdts aan de bemanning. >

’s Morgens met den dag travatige lugt, de windt NO labber lugtje, ligten anker en gaan onder zeijl na Kleijn Basa [Little Bassa, Liberia], stuerden WNW aan, kregen de diepte van 17 vaam [1 vaam = 6 voet, ca 170 cm.] stickgrondt, met de 4 glasen [De lengte van de wachten werd aan de hand van zandlopers gemeten. Elke wacht bestond uit 8 glazen van een half uur, aangegeven door een bel.] in de voormiddag stilte, kwamen ten anker op 17 vaam stickgrondt, hadden Kleijn Basa NtO en de 7 Tree OtN van ons, op dato is er een matroos van ons overleden, genaamt Roelof Siewerdts, naaijden hem in en setten hem overboordt, deden een schoodt, verkogten op dato den overleden zijn goedt, cregen canoos van Cleijn Basa aan boordt, cogten een man- en een meijsjeslaaf, No. 7 en 8, en 28 makoeten [manden] rijst, voordts in de platvoetwagt passeerden een schip na beneden, ’s nagts travatig met swaare donder en weerligt en regen tot ’s morgens.
De dode werd dus ingenaaid en overboord gezet. Toen werd een saluutschot gelost en daarna werden zijn schamele bezittingen verkocht.

Per publicque vendue

De Middelburgsche Commercie Compagnie (MCC) was een ordentelijke organisatie en slaven halen een eerbaar beroep. Daarom werd alles keurig opgetekend voor de maatschappij, daardoor voor het Zeeuws Archief en daarmee ook voor Historiek. Er is dus ook een...

Inventaris van goederen nagelaten door den overledenen matroos Roeloff Sieverts [weer anders gespeld], geboortig tot Breeswijk in Noorwegen, alle welke goederen per publicque vendue zijn verkogt op den 24 december anno 1761.
De inventaris bestaat voornamelijk uit kleding, waaronder twee Engelse mutsen, twee oude hemden, drie broeken en twee paar schoenen. De naalden en garens gingen, samen met vijf messen en een tabaksdoos naar derdewaaks Adriaan de Puijt uit Goes, die er bijna vier guldens voor over had. Vier pond en een stuk roltabak werdden verder opgerookt door oppertimmerman Paulus Christiaan Kempe uit Hamburg en een theeketel met een weijnig thee was voor ondertimmerman Pieter de Gerol uit Middelburg.

De hele veiling bracht 31,11 guldens op, wat netjes werd aangetekend in het scheepssoldijboek, om na afloop van de reis te worden uitgekeerd aan de erfgenamen van Siewerdts. Maar daarvan werden wel eerst de kosten van het saluutschot (zes guldens) afgetrokken.

verdienste

Matroos Roeloff Sieverts verdiende in 2 maanden en 22 dagen 46.5 gulden, terwijl de verkoop van zijn eigendommen 33 gulden opbracht; samen ruim 77 gulden. Bij vertrek had hij een voorschot gekregen van twee maanden; 34 gulden, terwijl hij de 6 gulden voor 'zijn' saluutschot zelf moest betalen. Het restant, ruim 37 gulden, as voor zijn erfgenamen.

Een tent tegen de zon

Een slavenschip maakte door middel van een kanonschot aan de kustbewoners duidelijk dat het op handel wachtte. Slavenhandelaars op het vasteland, die hun 'buit' al binnen hadden, hoorden het schot en kwamen dan - met slaaf of slaven, en vers water waar immers altijd behoefte aan was - met hun kano's langszij. De onderhandelingen begonnen en bij succes werd de slaaf aan boord gehesen.

Sinds d' Eenigheid op 9 december zijn eerste slaaf gekocht had, waren er op die manier nog vijf anderen gebracht, drie mannen, twee vrouwen en een jongen. Op 24 december kwamen daar een manslaaf en een meid bij. Er waren nu vier mannen, twee vrouwen, een jongen en een meisje aan boord. Leeftijden zijn niet bekend, maar de leeftijdsgrens in de literatuur is dertien; daaronder was sprake van een 'kind'.

Dankzij de uitstekende boekhouding aan boord van d' Eenigheid is nauwkeurig bewaard gebleven wat zo'n slaaf kostte. De slaaf van 9 december bijvoorbeeld ging van de hand voor o.a. vijf geweren met bijbehorend buskruit, jenever, messen, tabak, likeur, textiel, zestien koperen ketels en ander keukengerei, totaal voor 115 guldens (op de website verantwoord als 'scheepshandel'). Op d' Eenigheid werd de ingescheepte ruilhandel - inclusief kralen en kettinkjes - nauwkeurig aangetekend.

Een luik voor de frisse lucht

Op het schip was voor de slaven een speciale ruimte gereserveerd. Dat het daar benauwd was en dat de MCC een beschaafde maatschappij was blijkt wel uit de activiteiten van de timmerman, die op 18 december op het achterdek een houten bouwwerk vervaardigde, met bovenin een luik voor de frisse lucht. De vrouwen en kinderen konden zich er vrij bewegen; de mannen mochten op het kuildek (het geschutsdek) enigszins de ledematen strekken.

Volgens het Zeeuws Archief, de 21-eeuwse webmaster van de site van het slavenschip, werden alle slaven 's avonds en 's nachts opgesloten op het tussendek; ook hier de mannen gescheiden van de vrouwen. De mannen werden opgesloten onder het kuildek, de vrouwen in het achterschip.

Hoeveel slaven er moesten worden verzameld is niet bekend. Volgens het Zeeuws Archief wijst de ‘cargazoenlijst’ van goederen die voor de ruilhandel bestemd waren op een lading van ongeveer 300 slaven. Voorlopig zou d' Eenigheid nog wel voor de Afrikaanse kusten moeten patrouilleren.

Meer weten:

Volg de reis van d' Eenigheid. De website geeft elke dag 'actuele' informatie (uit 1761-63) en veel achtergrond.

Zet tijdmachine op 1761 en reis mee met slavenschip (Historiek.net, 7 oktober 2013)

Slavenschip d’Eenigheid kocht (in 1761) eerste slaaf (Historiek.net, 10 december 2013)



DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings



Make a free website with Yola