Judith Schuyf inventariseert restanten van niet-christelijk verleden

Heidens Nederland tastbaar aanwezig

Door ANDRÉ HORLINGS

(14 december 1995) - Precies dertienhonderd jaar geleden, in 695, werd Willibrord, apostel van Rome, door de paus tot aartsbisschop der Friezen gewijd; toen feitelijk de leider van heel het gekerstende Nederland. Hij was in 690 naar ons land gekomen, nadat de heidense Friese koning Radbod bij Dorestad (Wijk bij Duurstede) door de Frankische vorst Pippijn de Middelste verslagen was. Daarmee kwam de weg vrij voor de verkondiging van het christendom, al werd nog in 754 Bonifatius bij Dokkum vermoord. In elk geval veranderde het landschap aanzienlijk. Bossen verloren hun heiligheid, heidense tempels verdwenen. Kerken kwamen ervoor in de plaats. Nu geven honderden kerktorens Nederland een onmiskenbaar christelijk aanzien. Dat ooit de Germaanse goden Wodan, Donar en Frija werden aanbeden voor de overwinning in de strijd, tegen de donder en om vruchtbaarheid af te smeken, doet nu wel heel primitief aan.

HeidensNederland De foto toont de 'lapjesboom' bij Overasselt, waarin nog steeds reepjes stof worden gehangen, die een zieke op het lichaam gedragen heeft. De boom zou de koorts overnemen >

Maar de herinneringen aan het heidendom zijn allerminst verdwenen, zo betoogt de historica en archeologe Judith Schuyf. In een boek, 'Heidens Nederland', beschrijft ze de overgang naar het christelijk geloof en de wijze waarop heidense gebruiken geleidelijk veranderden in christelijke rituelen. Ze wijst op de vele verschillende vormen van bijgeloof die hun wortels hebben in de voorchristelijke periode en waarvan sommige nog tot vandaag bestaan. Veel religieuze en folkloristische gebruiken, sagen en legenden gaan aanzienlijk verder dan duizend jaar terug. De namen van honderden heuvels verwijzen naar oeroude heiligdommen; aan sommige bomen worden tot op de dag van vandaag magische krachten toegeschreven.
Uit het overzicht blijkt dat overal in Nederland nog talloze heidense elementen te vinden zijn, al vallen daarbij de 'harde bewijzen' in het niet bij de vele verwijzingen naar legenden, bijgeloof en folklore. De verschillende verschijnselen worden per onderwerp besproken; sommige blijven beperkt tot een streek, andere zijn door het hele land te vinden. Daarna wordt aangegeven waar bijvoorbeeld heuvels met de naam 'Duivelsberg' te vinden zijn. Het is een wetenschappelijk betoog, dat hier en daar wat doorzichtiger had gemogen. Heel jammer is dat een index ontbreekt, want sommige plaatsen kennen een veelvoud aan herinneringen uit verschillende perioden. Aan een eventueel bezoek aan heidense overblijfselen gaat nu een uitvoerige zwerftocht door het boek vooraf.

Paus Gregorius

Greorgius Greorgius de Grote >

De overgang van het heidendom naar het christendom was een ingewikkeld proces, aldus Judith Schuyf. ,,Het is niet zo dat mensen daadwerkelijk nog eeuwen aan de heidense goden geloofd zouden hebben. Er is eeuwenlang een schemergebied te onderkennen geweest tussen christelijk geloof enerzijds en aspecten van de heidense rite en het heidense betekenissysteem anderzijds.''
De belangrijkste richtlijn voor een behoedzame verkondiging van het christendom kwam van paus Gregorius de Grote in 601. Hij drong er op aan de heidense symbolen tot onderdeel te maken van de christelijke godsdienst: ,,De afgoden moeten vernietigd worden, maar de tempels zelf moeten worden besproeid met wijwater, er moeten altaren in worden gebouwd en relieken in worden neergezet. Want als de tempels goed gebouwd zijn, moeten ze gereinigd worden van de dienst der afgoden en gewijd in de dienst der ware Godheid. Op deze wijze hopen we dat het volk, als het ziet dat zijn tempels niet verwoest worden, zijn dwaalwegen zal opgeven en met des te meer mensen bijeen zal komen op de van oudsher bekende plaatsen en zo de ware God zal leren kennen en aanbidden.''
Over de heidense godsdiensten is overigens bijzonder weinig bekend. Er zijn overblijfselen van tempels gevonden, begraafplaatsen als hunebedden, urnenvelden en grafheuvels, en kennelijk rituele offers als 'veenlijken' met de strop nog om de nek. Er bestaan nauwelijks schriftelijke bronnen. Julius Caesar omschreef enkele eigenaardigheden die hij in de eerste eeuw voor Christus op zijn tocht door West-Europa tegenkwam; de Romeinse geschiedschrijver Tacitus wijdde er ca. 100 n. Chr. zijn 'Germania' aan. Daarna werd het stil. Pas toen het christendom de algemene godsdienst was geworden werden de heidense gebruiken, waarover ongetwijfeld nog overleveringen bestonden, omschreven. De IJslandse Edda, één van de belangrijkste bronnen, dateert van 1300; de IJslanders waren toen al drie eeuwen christen. Veel geschriften verraden een christelijk superioriteitsgevoel: de heidenen waren 'barbaren', hadden 'afgoden' en maakten zich vaak schuldig aan 'stoutigheden'.
Toch leven er veel meer herinneringen voort dan algemeen gedacht wordt. Elke dag. In de namen van de dagen zijn de belangrijkste vroeg-middeleeuwse goden verwerkt: de zon, de maan, Tiw (de eenhandige god Tiwaz die aan het eind van de Romeinse tijd zowel over de oorlog als over de hemelen ging), Wodan en Thor (respectievelijk de meer bekende belangrijkste god en die van de donder en de bliksem, die in de loop van de vroege middeleeuwen de taken van Tiwaz overnamen), Frija (de vruchtbaarheidsgodin) en als vreemde -- Romeinse -- eend in de bijt Saturnus (de god van de landbouw en de wijn).

Vereerde bomen

De 'primitieve' volkeren in de late prehistorie vereerden vooral natuurlijke krachten als water, bomen en dieren. De 'wereldboom' Yggdrasil vormde de schakel tussen hemel, aarde en onderwereld. Verering van bomen was een algemeen verschijnsel; ze waren 'bezield'. Maar anders dan Irene van Lippe-Biesterveld spraken de mensen er niet mee; ze waren er doodsbenauwd voor. Vele volkeren kenden zware straffen voor het beschadigen van bomen; meestal op dezelfde manier als de boom verminkt was. Werd een tak verwijderd, dan kostte dat een vinger. Bij beschadiging van de bast werd de navel van de schuldige verwijderd en aan de boom gespijkerd; de ongelukkige werd zo lang rond de boom gedraaid tot de ingewanden rond de stam gewikkeld waren. En ze hadden groot ontzag voor hun voorgeslacht. Volgens de legende weigerde koning Radbod het christendom aan te nemen nadat de priester hem duidelijk had gemaakt dat zijn voorouders, die niet gedoopt waren, 'dus' voor eeuwig waren verdoemd: 'De stoet van mijn voorouders is mij dierbaarder dan een kleine schare armzaligen in het nieuwe hemelrijk'.
Een kloostercodex uit de 9e eeuw geeft een redelijk inzicht in heidense gewoonten, die in veel gevallen met het christendom verweven waren geraakt. Een lijst met hoofdstukken geeft de kennelijke inhoud aan, die echter helaas verloren is gegaan. Het geschrift wordt in Mainz bewaard.
Judith Schuyf werkt de achtergronden van de verschijnselen uitvoerig uit. Aan de hand van de lijst wordt aandacht besteed aan de heiligdommen, gewoonten, offers, attributen en bijgeloof. Zo wordt gewaagd van 'godslastering bij de graven der doden'; volgens haar de dodenfeesten waar duivelse liederen werden gezongen, overvloedig werd gegeten, gedronken en gedanst en waar de (seksuele) heldendaden van de overledene uitvoerig werden bejubeld. Bovendien was het de gewoonte zo hard mogelijk te lachen, want huilen zou de rust van de dode verstoren, waardoor hij wellicht weer terug wilde komen.
Opmerkelijk is haar uitleg bij de vermelding 'over godslasteringen in kerken'. ,,In een aantal romaanse kerken in West-Europa - Spanje, Frankrijk, Engeland, Ierland, in Nederland alleen in de kerk van Rolduc'' (het conservatieve bolwerk van oud-bisschop Gijsen...) ,,worden vaak ontuchtige afbeeldingen gevonden. Vrouwen die openlijk hun geslachtsdelen tonen vielen het meeste op, maar blijken onderdeel uit te maken van een veel grotere groep ontuchtige afbeeldingen, met onder andere copulerende paren, mannen die hun geslachtsdeel of achterwerk tonen, zeemeerminnen met gespleten staart, mannen die hun tong uitsteken en vrouwen die hun vlechten opeten.'' Volgens haar werden de beelden gemaakt door beeldhouwers die nog heidense concepten in het hoofd hadden. Afbeeldingen van geslachtsdelen bijvoorbeeld dienden om onheil af te wenden.

Feestdagen van heidense oorsprong

Verschillende christelijke feestdagen zijn van heidense oorsprong. ,,Aangezien de heidenen gewoon zijn vele ossen aan de demonen te offeren, moet er maar één of andere plechtigheid voor in de plaats worden gesteld, zoals een Wijdingsdag of de feestdag van de martelaren wier relieken er liggen'', had paus Gregorius betoogd. ,,Ze moeten niet langer dieren aan de duivel offeren, maar ze mogen ze doden om op te eten ter ere van God en zo de Schepper van al te danken voor alles wat ze krijgen.'' Volgens Schuyf werden de vier hoge feestdagen van de Germaanse kalender -- midwinter, begin van de lente, midzomer en begin van de herfst -- vervangen door Kerstmis (25 december), Pasen (wisselende datum in voorjaar), Sint-Jan (24 juni) en Sint-Michaël (29 september); processies rond het feest van de heilige Jan worden gekenmerkt door bloemen en planten, Michaël sluit het agrarisch jaar af. De heidense godin Hel, ook bekend als 'Grote Moeder' en (Frau) Holle, wier werkterrein zich over leven en dood uitstrekte, werd grotendeels vervangen door Maria. Haar taken werden verlicht door Odilia en Gertrudis. In de loop van de tijd kwam daar nog een hele reeks andere heiligen bij, zodat uiteindelijk op iedere 'naamdag' een Sint kon worden kon worden aangeroepen die een aantal menselijke eigenschappen bewaakte.
Oude heidense gebruiken en bijgeloof speelden een belangrijke rol in de religie totdat de reformatie volgde, als reactie op de steeds grovere ontsporingen van de kerk en zijn leiders. De hervormers maakten en passant korte metten met nog bestaande tastbare restanten en gebruiken van heidense oorsprong. ,,Vooral het ongeordende en oncontroleerbare trachtte men uit te roeien. Elementen uit het volksgeloof werden beschreven en geëtiketteerd als wetenschappelijke categorieën: 'bijgeloof', 'folklore', onderdelen van een volstrekt achterlijke 'oercultuur'. (...) Door het geloof in de Goddelijke Voorzieningheid, waarbij niets in de wereld kon gebeuren zonder toestemming van God, werd het contact met de hoogste onderhouden via profetieën, bidden, vasten en allerlei vormen van puriteins gedrag. (...) In 1587 vervaardigden de Staten een verbod op 'paapse stoutigheden'. Processies en bedevaarten mochten niet meer (maar vonden nog plaats in het geniep of in het buitenland), heilige eiken werden omgekapt, heilige putten gedempt.''

Papen

Spotprent op roomse gebruiken in de tweede helft van de 16e eeuw. Twee predikanten leggen de bijl aan de wortel van een boom, waarin attributen van roomse vroomheid zijn opgehangen, zoals een wijwatervat met kwast, altaarschellen, een wierookvat en monstransen. De paus en een monnik proberen met stutten de val van de heilige boom te voorkomen (Heidens Nederland)

Herinneringen aan heilige plaatsen

Maar lang niet allemaal. Het tweede deel van het boek, de 'Catalogus', bevat een zeer uitvoerige beschrijving van (vermoedelijk) oude heilige bergen, bomen, stenen, putten, bronnen; oude vergaderplaatsen in bossen; kruisen, waaraan al vóór de introductie van het christendom een bezwerende werking werd toegeschreven; bezweringsmethoden van de duivel; rituelen als het slaan van spijkers in bepaalde bomen. Daarbij grijpt Schuyt vaak terug op oude beschrijvingen, zoals het 13-delige 'Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden' van A.J. van der Aa, die midden vorige eeuw per plaatsnaam alle wetenswaardigheden meldde; rijp en groen door elkaar, maar ook vaak met verwijzingen naar zichtbare resten die intussen verdwenen zijn.
De interpretaties door de eeuwen heen en het christelijke superioriteitsgevoel voor wat als heidense, dus verachtelijke, overblijfselen werd gezien, maken het moeilijk om tot een zuivere interpretatie te komen. Terecht vermeldt Schuyf dat het 'Heidens Gat', dat bij Hoog-Soeren is te vinden, zowel kan verwijzen naar oeroude heidenen als naar zigeuners, die immers ook 'heidens' werden genoemd. Vaak blijkt de plaatselijke folklore zich meester te hebben gemaakt van oude heiligdommen.
De meeste verwijzingen betreffen de namen van bepaalde heuvels of andere restanten; soms kenmerkend voor een bepaald gebied, dan weer verspreid over het hele land. Het boek bevat 25 foto's van 'zichtbare objecten', waarbij ook een route wordt aangegeven. Daaronder de Zunnebelt bij Vorden, het Cunerabergje te Rhenen, het Solsche Gat bij Stroe, de Mythstee bij Nunspeet en de Galgenberg bij Garderen. De historische achtergrond wordt gegeven in de tekst.

Meerveldhoven Heilige eik in Meerveldhoven

De huidige 'heilige eik' in de Onze Lieve Vrouwe ter Eik te Meerveldhoven (zuidwest van Eindhoven) dateert van 1953. (Cubra.nl/gewezenbomen/) >

Eén van de opmerkelijkste voorbeelden waar 20e-eeuws christendom en prehistorisch heidendom nog altijd samengaan is de kapel van Onze Lieve Vrouwe ten Heiligen Eik in Meerveldhoven bij Eindhoven. Op die plaats werd in de 13e eeuw in een boom een Mariabeeld gevonden, dat telkens weer naar de vindplaats terugkeerde, zodat men er uiteindelijk maar een kapel omheen bouwde. Het werd een bedevaartsoord; om pelgrims uit Gelderland en Vlaanderen te kunnen ontvangen werden zelfs bruggen en wegen aangelegd. Totdat de protestanten daar in in 1648 een rigoureus einde aan maakten: de eik werd omgehakt, de bedevaart verboden (al gingen ze stiekem nog door), de kapel raakte in verval. In 1803 werd een nieuwe kapel met nieuwe eik neergezet. Toen die boom in 1901 omviel werd hij vervangen door een ander (dood) exemplaar. De eik wordt geacht vooral kreupelen te kunnen genezen en de bast is dan ook overal behangen met 'ex-voto's'; onderdelen van lichaamsdelen als zilveren hartjes en voetjes, opgehangen in de hoop op beterschap. Altijd zijn in de kerk wel gelovigen te vinden om bij de eik te bidden.

Judith Schuyf: 'Heidens Nederland -- Zichtbare overblijfselen van een niet-christelijk verleden'. Uitgeverij Matrijs.

 



DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola