De hopeloze missie van een Nederlands vredesmachtje in 1914
In Albanië veranderde niet veel in 83 jaar
Door ANDRÉ HORLINGS
(22 maart 1997) In 1912 kwam er een einde aan een eeuwenlange
Turkse overheersing van het Balkan-schiereiland. Albanië was één van de landen
die zich onafhankelijk verklaarden. Dat werd bevestigd tijdens de
Vredesconferentie van 1913, na nog eens twee Balkan-oorlogen. Maar begin 1914 zwierven zwaar bewapende benden door
heel Albanië. De prille onafhankelijkheid van het Land der
Shqiptaren, de
'Adelaarszonen', werd
ernstig door Griekenland bedreigd. Een internationale vredesmacht,
mede versterkt door een klein Nederlands garnizoen,
moest er de orde gaan herstellen. Een neef van
koningin Wilhelmina, de Duitse prins Wilhelm von Wied, werd aangesteld als
mbret (vorst) en een internationale vredesmacht moest de openbare orde
handhaven. Een klein Nederlands legertje van veertien man werd belast met de
organisatie van de gendarmerie.
Het was een hopeloze missie. De vorst maakte
zichzelf al gauw onmogelijk en binnenvallende rebellen frustreerden iedere
hervorming. Binnen zes maanden raakte het vredesleger onderling slaags als
gevolg van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Albanië werd opnieuw van
de kaart geveegd, tot in 1920 een eind werd gemaakt aan een Italiaanse
bezetting. De onafhankelijkheid werd hersteld, maar als gevolg van een
chaotisch bestuur, een Duitse bezetting van 1940-'45 en het atheïstische
socialisme van Enver Hoxha heeft de bevolking er in de verste verte nog steeds geen idee
van wat West-Europa onder 'democratie' verstaat.
Eén van de Nederlandse
officieren die in 1914 werd uitgezonden was kapitein
Jan Fabius. In 1918
beschreef hij zijn avonturen in een boek, dat in 1991 werd herdrukt ('Zes
maanden in Albanië'; uitgeverij De Arbeiderspers). Hij maakt feilloos duidelijk
waarom het Servische Kosovo en Zuid-Albanië tot vandaag toe kruitvaten vormen
die elk moment kunnen ontploffen. ,,De grote mogendheden hadden Albanië gemaakt
zoals het in hun kraam te pas kwam. Een gedeelte van het noorden (Kosovo) gaven
zij als compensatie aan Servië en Montenegro, hoewel het door Albanezen bewoond
was. Een gedeelte van Epirus, met een sterk Grieks element, werd aan
(Zuid-)Albanië toegevoegd.''
Wapenroof als traditie
< Aan de Thomsonlaan in Den Haag werd voor majoor Thomson een monument opgericht (IrminFakkert notebook)
Met de massale roof van wapens in de afgelopen weken herstelden de Albanezen
een oude traditie: ,,De bewoners van Scutari (de noordelijke stad Shkodër, waar
het hoofdkwartier van de vredesmacht was gevestigd) hadden allen hun wapens
moeten inleveren, maar aangezien er geen huiszoeking gedaan was, zal dit wel
een wassen neus gebleven zijn. Voor veertig jaren (eind 19e eeuw) waren zij
meest nog bewapend met voorlaad- en vuursteengeweren. Van de (Balkan-)oorlog
maakten zij gebruik om zich van een Mauser of Mannlicher meester te maken. Een
raadsel is mij steeds gebleven waar zij toch hun patronen vandaan haalden, want
de openbare verkoop was verboden. Er zal wel op een reusachtige wijze
gesmokkeld zijn, maar waar en door wie?''
Majoor Lodewijk Thomson, de leider
van de Nederlandse troepen, kreeg van de prins Von Wied een belangrijke
opdracht: hij werd regeringscommissaris voor Zuid-Albanië en sloot in die
hoedanigheid een overeenkomst met de Grieken. Maar dat was niet naar de zin van
de Albanese regering. Thomson werd ontheven van zijn functie en snel daarna
moest Von Wied het veld ruimen toen een ex-minister van binnenlandse zaken een
opstand ontketende waaraan ook de Grieken deel gingen nemen. In juni sneuvelde
Thomson in een vuurgevecht; in Den Haag is nog een laan naar hem genoemd.
'Mannen uit Kossowo'
Het moreel van de Nederlandse troep bleef volgens Fabius ongebroken, maar de Albanezen in het leger zagen het niet meer zitten. ,,Eerst na een half uur kwamen zij eens aansjokken om te verklaren dat zij in een aanval geen heil zagen en daarom tot meerdere veiligheid besloten hadden niet aan dergelijke gewaagde ondernemingen mee te doen.'' Gevolg was dat majoor Kroon besloot het alleen te proberen. ,,Hij nam een grote Albanese vlag en, vergezeld door een klein groepje Europeanen, trok hij tegen de vijand op. (...) Inderdaad besloten de Albanezen hem toch maar te volgen. Dit ging echter zeer schoorvoetend. Voorop gingen mannen uit Kossowo, die zoals reeds meer gebleken was tot de flinkste en dapperste kerels behoorden.''President Slobodan Milosevic van Servië is gewaarschuwd. Sinds zijn aantreden in 1989 maakte hij een einde aan de autonome status van de Servische provincie Kosovo, waar 90 procent van de bevolking Albanees is. Onderwijs in het Albanees werd verboden en voortdurend worden door de Servische politie met harde hand 'opstanden' onderdrukt. Wanneer Albanië tot rust zal zijn gekomen volgt ongetwijfeld een internationale oproep om de wapens in te leveren. Uit bovenstaande blijkt dat daar waarschijnlijk nauwelijks gehoor aan zal worden gegeven. Wanneer de Albanezen zelf geen gebruik van de wapens willen maken hebben ze er ongetwijfeld een aantal adressen voor. Er zal wel op een reusachtige wijze worden gesmokkeld. Richting ''de flinkste en dapperste kerels van Kosovo''...
DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact