Straatartiesten treden op voor toevallige voorbijgangers en hebben daardoor geen 'eigen' publiek; soms worden ze in het geheel niet opgemerkt. Lex Maes beeldt in zijn éénmanstheater vele verschillende typetjes uit en het is altijd een verrassing hoè je hem tegenkomt. Ze hebben één overeenkomst: ze zouden echt kùnnen zijn.

Eénmansfanfare, dronken ober, vrijgezel en Joop dragen bij tot feestvreugde

De verrassende exen van Lex Maes

Door ANDRÉ HORLINGS

(4 september 1999) Op de markt loopt een iets te luidruchtige campinggast. Petje op, joggingpak aan, een te strak hemd met de tekst 'I'm too sexy for my shirt' over de omvangrijke buik. Het flubbert over een buideltasje met tijgermotief. Nonchalant sleept-ie een buggy achter zich aan. ,,Ans'', roept-ie bij een antiquariaat luid naar achteren, ,,we kunne auk die plate uit dat ouwe boek van opa scheure. Doen we d'r een lijsje om en gaan we ze los verkaupe. Gebeurt hier auk!''
Door een deel van het publiek wordt de macho in het geheel niet opgemerkt; de wereld loopt nu eenmaal vol met onbehouwen kerels. Sommige mensen kijken achterom, op zoek naar een vrouw met een kind aan de hand. Ze hebben bij voorbaat medelijden met Ans. Ze zijn benieuwd hoe ze eruit ziet, want hij geeft een weinig flatteuze beschrijving: ,,Kom nou maar, d'r zijn d'r wel meer met een legging.'' Weer anderen treden geamuseerd in zijn voetsporen, benieuwd naar nieuwe beledigingen.


Want Ans is niet te vinden op de markt. Joop van de camping is een creatie van Lex Maes uit Vlissingen, toneelspeler in een éénmanstheater (overleden op 7 oktober 2002). Een zeldzame vertegenwoordiger van de uiteenlopende beroepsgroep van straatartiesten, variërend van goochelaars, éénwielfietsers en jongleurs tot vuurvreters. Het is meestal een verrassing als je ze tegenkomt. Hun namen ontbreken op de aanplakbiljetten van jaarmarkten, straatfestivals, beurzen, congressen, feesten, bruiloften en partijen.
Hoe 'room & streetperformer' L'ex Maes er optreedt is al helemaal onbekend. Dat kàn zijn als Joop, maar ook als éénmansfanfare, gescheiden man met kinderwagen, dronken ober, suppoost van een verdrietig museum, vrijgezel op zoek naar 'de ware' of als straatveger, zijn nieuwste creatie. Of als één van de andere figuren die in de loop van de tijd ontstonden of voor de gelegenheid worden gecreëerd. Ze hebben allemaal één overeenkomst: ze zouden echt kùnnen zijn.

Fluitende straatveger

De straatveger veegt een stukje, fluit een vrolijk deuntje, oogt niet blij, kijkt op z'n horloge, rust uit op z'n bezem maar realiseert zich dat de baas langs kan komen, spuwt in de handen en gaat weer aan het werk. Een vastzittend stukje vuil op straat wordt overdreven losgepeuterd en meters verder met veel omhaal in een prullenbak gedeponeerd. Het nutteloze van het werk blijkt uit het feit dat met de bezem een verfrommelde krant meebeweegt aan een draad. De mensen 'zien hem niet staan'. Hij wordt door bijna iedereen voorbij gelopen.
Lex Maes (52) zit er niet mee dat zijn straatveger door een groot deel van het publiek niet wordt opgemerkt. ,,Ik doe niet lollig om te 'scoren'. Als ik me op het publiek zou richten zou ik angsten krijgen. Ik doe m'n animaties voor mezelf. Mensen die het niet leuk vinden, die vinden het maar niet leuk; ik ga ze er niet van overtuigen dat het wèl leuk is. Ik werk ook niet met effecten; met humor ten koste van een ander. Dat is mijn stijl niet.'' De desinterresse voor de straatveger noemt hij wel symbolisch. ,,Vuilnis ophalen is ook een vak. Wie dat uitoefent wil net zo goed een beetje waardering. Neem je die mensen serieus, dan krijg je veel van ze gedaan.''

Creativiteit botvieren

Lex Maes 'Lex Maes als directeur van het 'verdrietige museum' >

Maes heeft geen toneelachtergrond. In een vorig leven zat hij in het onderwijs. ,,Ik was docent kunstbeschouwing en tekenen. Dat ging best goed, maar ik kon er m'n creativiteit niet in botvieren. Ik wilde zelf tekenen, uitvinden, acteren. Dat kan ik in deze creaties kwijt.''
Het begon veertien jaar geleden, tijdens een straatfestival in Vlissingen. ,,Ik beeldde een schoonmaker uit, die kennelijk opdracht had gekregen om de leuning langs de boulevard schoon te maken. Maar op de moeilijkste manier: vanaf de kant van de zee. Daar had ik een trapje voor, maar om dat te gebruiken moest ik de afstand meten. Dat deed ik met een lineaal van twintig centimeter, die ik dus steeds weer moest verschuiven. Het was een heel gereken; ik ging voortdurend in de fout en dan moest alles weer over. Het gekke was dat niemand dat echt vreemd vond. Ze dachten: ieder z'n vak; het zal wel zo horen.''
In elk geval rolden daar uitnodigingen uit voor andere evenementen en ontstonden er nieuwe creaties. Intussen zijn er 140 à 150 optredens per jaar en speelt hij zeker twintig typetjes.

Zoals de éénmansfanfare. Z'n muziekvereniging speelt best verdienstelijk, maar de leden kunnen niet marcheren en vallen daarom op elk concours buiten de prijzen. Ze moeten daarom oefenen. De meesten doen dat thuis, maar deze muzikant gaat de straat op, behangen met een walkman met luidsprekers over z'n uniform, gezicht verborgen achter martiale snor, marcherend op de muziek, fanatiek tellend: links, twee, drie, vier; pasje voor en pasje achter. Maar niets menselijks is hem vreemd. Het parmantige gedoe wordt gerelativeerd doordat hij soms in z'n neus peutert en af en toe last heeft van jeuk aan z'n achterste.
,,Elk figuur heeft z'n eigen verhaal. Dit idee ontstond in Roermond, toen ik zo'n lid van het bestuur achter een fanfare aan zag lopen; trots, minzaam groetend naar de notabelen langs de weg. Hij droeg een rode toupet en had een gezicht van 'niemand ziet dat ik een toupet op heb', maar die moet je af en toe verzorgen. Ik wilde er wat mee doen, maar wat? Op een nacht kreeg ik het idee, sprong naakt m'n bed uit, zette een fanfareplaat op en marcheerde zo door het huis. Zo'n éénmansfanfare is absurd, maar het zou kùnnen gebeuren.''
,,Het zijn allemaal figuren met een probleem'', vat hij zijn animaties samen. ,,Maar wanneer dat probleem zou worden opgelost, dan hebben ze geen bestaansrecht meer. Natuurlijk zitten er ook eigen illusies, twijfels en onzekerheden in. In die figuren heb ik daar afscheid van genomen. 'L'ex' zijn de exen in mezelf. Het is theater geworden.''

De schuchtere vrijgezel

Zijn 'vrijgezel' verlangt diep van binnen naar een relatie, maar slaat op de vlucht voor elk mogelijk contact. De creatie had een welhaast wetenschappelijke aanpak. ,,Iedereen 'weet' wat een hunkerende vrijgezel door moet staan, maar hem uitbeelden is wat anders. Ik speelde al langer met de gedachte, toen ik zou optreden in Utrecht en daar iets kon doen met de grachten. Ik plaatste een kennismakingsadvertentie en meldde dat ik op een bepaald tijdstip in een bootje in de gracht zou dobberen. Daar kwamen heel wat nieuwsgierige vrouwen op af. Ze konden een formulier invullen en daar rolden zes eet-afspraken uit. Ik was toen vrij; het hàd kunnen klikken en dan was alles anders gelopen. Maar nu leerde ik de angsten en aarzelingen kennen van de 'vrijgezel'. Hij is te schuw, te onhandig en te bang, maar ook best aardig en daarmee herkenbaar.''
Het nabootsen van dronkenschap lijkt niet zo moeilijk. Bijna iedereen heeft weleens vermeend grappig of levensecht lallend over straat gelopen. Het probleem van de 'dronken ober' is iets met z'n dochter, maar wàt precies wordt niet duidelijk uit de verhalen die hij met dubbele tong aan iedereen vertelt die wil luisteren of zich niet op tijd uit de voeten kan maken. ,,De dronken ober is een kind. Hij valt terug op zijn instincten; reageert primitief; kan heel verbaasd zijn over een blaadje dat uit een boom dwarrelt. Hij is zalig om te doen.'' Wanneer we Maes spreken blijkt z'n optreden zò levensecht dat een bedeesde serveerster weigert om hem een biertje te tappen.
Als 'twee onhandige mannen met fietsen', en dikke boeken op de bagagedragers, trokken Lex Maes en collega Johan Rhebergen de aandacht op de boekenmarkt van Deventer; niet in het minst omdat ze hun hoofden op die snikhete 1e augustus tooiden met zadeldekjes. Opvallend waren de langdurige gesprekken; vooral met jonge vrouwen die geamuseerd reageerden. Het geheim bleek een draak van een gedicht, 'Het geschenk', met veel dood en verdriet, dat door Maes heel gevoelig werd voorgedragen. Echt verrassend was het feit dat een wat oudere vrouw in het publiek de tekst óók bleek te kennen, en een opmerkelijke wisselwerking ontstond. ,,Inderdaad kijk ik voor deze animatie uit naar vriendelijk ogende vrouwen'', erkent Maes. ,,Zij zijn spontaner dan mannen; ze 'gaan mee' in de illusie. Mannen kunnen lullig reageren; willen 'beter' zijn; gaan stoer doen.''

Verlaten echtgenoot met baby

Hij is voortdurend bezig om z'n acts te vernieuwen; voegt details toe aan de 'gewoonten' van zijn figuren. De eenzame man achter 'de kinderwagen' is druk in gesprek met de huilerige baby; het geluid komt uit een casetterecorder. Uit z'n verhaal is op te maken dat zijn vrouw hem heeft verlaten. Ze zit in Frankrijk, samen met een vriend, en hij en het kind moeten het samen verder zien te rooien. ,,Ik doe deze act al acht jaar. Maar hij begon wat 'versleten' te raken. De mode verandert. Zo'n wagen heeft niemand meer. Het werd steeds meer 'een man die een stukkie doet'. Ik heb er een moderne driewieler voor in de plaats gekocht; die kost 600 à 700 gulden. Nu gaat het weer goed. De mensen vinden het zelfs leuker.''
Ook de suppoost van 'de expositie' kent zijn beperkingen. Dat verdrietige museum bestaat uit zo'n twintig schilderijen van het klassieke 'huilend jongetje'. Het nummer doet een dringend beroep op de mimische gaven van Maes: de ordebewaarder kan z'n eigen emoties niet de baas, staat er hartstochtelijk bij te snikken en verslijt pakken papieren zakdoekjes. En dat werkt bij de omstanders weer op de lachspieren. ,,Maar die wand moet worden opgezet, staat dan op één plaats en daar kan je verder geen kant uit. Deze winter maak ik de expositie mobiel. Ik zet er wielen onder, zodat ik hem naar elders kan verslepen.''
LexMaes

Creaties van straatartiest Lex Maes (Foto's Frank Viergever)

'Haar vriend pikte het niet'

Het optreden is niet altijd zonder risico. ,,Als 'vrijgezel' heb ik weleens klappen gehad'', vertelt Maes. ,,Ik maakte avances tegenover een jonge vrouw en raakte haar arm aan. Dat kan ik beter niet meer doen. Haar vriend pikte het niet, en toen ging ik gevloerd. Ook kreeg ik eens onverwacht een pak slaag van drie knapen, die kennelijk al opgefokt waren. Kennelijk lokte ik agressie uit; door m'n kleding of door een gebaar. Daar ga je over nadenken. Je bedreigd voelen is een nare gewaarwording. De vraag is echter waarvoor je bang moet zijn. Voor een pistool dat op je gericht wordt? Voor een pistool dat iemand bij zich heeft, kan hebben, kan kopen of zou kunnen kopen? Of voor het bericht dat er steeds meer pistolen verkocht worden?''
Niet altijd komen de bedoelingen goed over. De 'dronken ober' werd al eens door de politie opgepakt. ,,Ze wilden 'een dronken man tegen zichzelf in bescherming nemen'.'' Voor 'Joop van de camping' heeft hij zich een afneembare buik aangemeten; het heuptasje-met-tijgermotief zocht hij uit in een nette kledingzaak. ,,Ik deed 'm om en showde hem aan m'n vriendin. Toen kregen we advies van de verkoper, van 'meneer, dat raad ik u toch wel af; het staat u niet'. Joop zou trouwens mijn vriend niet zijn. Hij is een opschepper en veel te ongenuanceerd. Wanneer je doortrekt hoe hij zich gedraagt, dan is hij zelfs gevaarlijk.''

Ook koorddansen is een illusie

Nederland ligt volgens Lex Maes open voor deze vorm van straattheater, ,,al ben je af en toe duidelijk een sluitpost van een festijn; zo van 'we moeten ook nog wat leuks'. Soms is het maar behelpen met kleedkamers of moet je contracten goed nakijken.'' Hij treedt ook regelmatig op in het buitenland; België is vanuit Vlissingen 'naast de deur'. ,,Belgen hebben een heel ander gevoel voor humor. Ze zijn eerlijk, oprecht en naïef; veel meer gezagsgetrouw. Zij nemen het serieus; soms komt het niet eens bij ze op dat het een grap kàn zijn.'' Eén van z'n hoogtepunten als straatartiest was een toernee dat hij maakte in Zuid-Amerika. ,,Dat dankte ik aan een aantal acrobaten, die daarvoor een uitnodiging hadden gekregen en mij erbij betrokken. Dat was me toch nooit gebeurd wanneer ik gewoon voor de klas was blijven staan.''
Alle figuren vereisen een zekere mate van lef. Hoe komen ze over, begrijpen de mensen het wel, ontstaan er geen misverstanden? L'ex Maes blijkt heel iemand anders dan Lex Maes. ,,Ikzelf ben introvert, onzeker; ik kan heel erg twijfelen. Als 't niet zo lijkt, dan ben ik aan het bluffen. Dat geldt trouwens voor alle mensen in dit vak. Ik sprak eens een koorddanser. Die zei: koorddansen is een techniek; de hoogte is een illusie. Vijftig centimeter is voor mij net zo hoog als honderd meter.''


LEX MAES IS OP 7 OKTOBER 2002 OVERLEDEN


10 oktober 2002 (Bericht van Herman Peeren op Groups.yahoo.com/group/straattheater)
Provinciale Zeeuwsche Courant van gisteren over Lex Maes (er stond in de papieren krant ook een mooie foto bij; helaas niet op de website)
Performer Lex Maes overleden
door Ernst Jan Rozendaal

VLISSINGEN - Straatartiest Lex Maes is maandag op 55-jarige leeftijd in zijn woonplaats Vlissingen overleden. Vorig jaar september kreeg hij te horen dat hij asbestkanker had, een ongeneeslijke ziekte. Afgelopen weekeinde nog kreeg hij de Thermphos Cultuurprijs Vlissingen uitgereikt en overhandigde hij koningin Beatrix zijn boekje Gedichten/Gedachten dat hij had gemaakt ter gelegenheid van de opening van het Sint Jan-hospice De Casembroot in Middelburg.
In een interview in de PZC vertelde Maes een half jaar geleden dat hij altijd heeft beseft dat het leven uit periodes bestaat. In zijn werkzame leven zijn dat er drie geweest. Na het kleinseminarie volgde hij de kunstacademie Sint Joost in Breda, om vervolgens leraar kunstbeschouwing en tekenen te worden in Vlissingen. Halverwege de jaren tachtig werd hij room & streetperformer. Vorig jaar september brak de derde en laatste periode aan. Zijn ziekte maakte het hem onmogelijk als straattheaterman te blijven werken. In teksten en vooral tekeningen leefde een aantal van zijn voor het straattheater gecreëerde types voort. ,,De mannen die ik in mijn animaties heb neergezet, kunnen niet zomaar in het niets verdwijnen``, verklaarde hij.
Als room & streetperformer trad Maes op in binnen- en buitenland. Wie ooit één van zijn typetjes heeft gezien, zal dat niet licht vergeten. `Op festivals, beurzen, congressen en feesten zette hij, meestal onnadrukkelijk, mannen neer die daar als vreemde eend in de bijt de gang van zaken enigszins ontregelden`, aldus A. J. Snel in de PZC. Wat te denken van de dronken ober, die het ene na het andere glas leegt en klanten of genodigden dreigend toevoegt: ,,Ik ken jou wel.'' Of de man die zich zo ergert aan de huilende baby die hij in een kinderwagen voor zich uit duwt, dat hij zijn zelfbeheersing verliest. Of de fanfareman die in zijn eentje loopt te oefenen voor het muziekkorps, waarvan niet duidelijk is of hij daartoe behoort danwel daartoe zou willen behoren. Of de straatveger die vaker op zijn bezem leunt dan werkt en passerende vrouwen hinderlijk nafluit. Of de vrijgezel die een blind date heeft en daarom een bordje met een meisjesnaam omhoog houdt en elke vrouw in het café vriendelijk toeknikt in de hoop dat zij degene is met wie hij heeft afgesproken.
De typetjes van Maes waren herkenbaar. Hij wist ze zo overtuigend neer te zetten, dat de toeschouwers gingen twijfelen of het wel theater was. Daarin zat het ontregelende van zijn act. Hij hield zijn omgeving een spiegel voor. ,,In zijn bijzondere manier van theatermaken heeft Maes zich altijd een scherp waarnemer getoond van de alledaagse mens en zijn alledaag- se gewoonten", zei juryvoorzitter J. van der Doef vrijdagavond tijdens de uitreiking van de Thermphos Cultuurprijs Vlissingen. ,,Zijn kunst is beweeglijk en beschouwelijk, hij heeft oog voor de tragische en komische kanten van het leven." Dezelfde tragikomische situaties wist Maes uit te beelden in zijn eenvoudige maar prachtige tekeningen.
In het PZC-interview eerder dit jaar zei Maes: ,,Gaandeweg heb ik voor ogen gekregen dat ik een verschrikkelijk mooi leven heb gehad. Ik ben dus heel tevreden. Er zijn geen grote dingen die we nog wilden doen. Ik heb er dus vrede mee." Lex Maes wordt in besloten kring gecremeerd. In de Sint Jacobskerk in Vlissingen vindt vrijdag om 13 uur een afscheidsbijeenkomst plaats.


Lex over straatartiesten

Kijkend in het archief van de PZC kwam ik dit artikeltje van afgelopen zaterdag tegen, over de prijsuitreiking aan Lex Maes, waarin Lex onder andere over straatartiesten zegt: ,,Ik ben hier ontzettend blij mee. Dit is een fantastisch eerbetoon, niet alleen aan mij maar aan alle straatartiesten. Je hebt binnentheater en buitentheater, je hebt ballet en noem maar op, maar de straatartiest is een ondergeschoven kindje. Daar hoor je niet zoveel over. Over kleine animaties wordt niet zoveel geschreven, want ze zijn vluchtig. Het is voor een journalist nogal wat om daar de hele dag achteraan te rennen." Op de PZC-website staat bij dit artikeltje wel een foto'tje.

Cultuurprijs ontroert straatartiest Lex Maes
door Ernst Jan Rozendaal

VLISSINGEN - De Thermphos Cultuurprijs Vlissingen is gisteravond uitgereikt aan de Vlissingse room & streetperformer Lex Maes. In het Zeeuws Maritiem Muzeeum in zijn woonplaats kreeg hij uit handen van B. Hoeben van Thermphos een oorkonde en een cheque ter waarde van 2500 euro. De ernstig zieke straatartiest toonde zich zeer ontroerd.
Namens de jury sprak de voormalige burgemeester van Vlissingen J. van der Doef Maes toe. Hij noemde hem een onconventioneel medium tussen publiek en kunst en een artiest die niet alleen in Vlissingen een bijzondere plaats inneemt maar binnen en buiten Europa. ,,Hij is een autodidact in wie een buitengewoon publiekskunstenaar en een unieke vorm van kunst samengaan.`` Na eerst jarenlang docent kunstbeschouwing te zijn geweest, heeft Maes zestien jaar als straatartiest over de hele wereld opgetreden. Sinds vorig jaar een ongeneeslijke vorm van kanker bij hem werd geconstateerd, is hij zich op schrijven en tekenen gaan richten. Van der Doef: ,,In zijn bijzondere manier van theatermaken heeft Maes zich altijd een scherp waarnemer getoond van de alledaagse mens en zijn alledaagse gewoontes. Zijn kunst is beweeglijk en beschouwelijk, hij heeft oog voor de tragische en de komische kanten van het leven."
Natuurlijk maakte Maes een grapje. ,,Klopte dat allemaal?", vroeg hij aan Van der Doef toen die hem het juryrapport overhandigde. Maar zijn dankwoord kon hij alleen met een brok in de keel uitspreken. ,,Ik ben hier ontzettend blij mee. Dit is een fantastisch eerbetoon, niet alleen aan mij maar aan alle straatartiesten. Je hebt binnentheater en buitentheater, je hebt ballet en noem maar op, maar de straatartiest is een ondergeschoven kindje. Daar hoor je niet zoveel over. Over kleine animaties wordt niet zoveel geschreven, want ze zijn vluchtig. Het is voor een journalist nogal wat om daar de hele dag achteraan te rennen.`` Het is de vierde keer dat de Thermphos Cultuurprijs Vlissingen is uitgereikt. Eerder ging hij naar Bløf, Jan Weug en Wim Hofman.



DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola