Regering houdt deksel op doofpot van omstreden executie

De fatale vlucht van sergeant Meijer

Door ANDRÉ HORLINGS

Weggebikt < De naam van Chris Meijer is weggebikt op het monument in Rheden. (Grebbeberg.nl)

(14 maart 1998) De naam van sergeant Chris Meijer (Wikipedia) komt niet terug op op de gedenknaald in Rheden. Minister Voorhoeve van Defensie ziet geen aanleiding voor rehabilitatie van de man, die op 12 mei 1940 door de krijgsraad ter dood werd veroordeeld en binnen enkele uren terechtgesteld, omdat hij zonder toestemming zijn legerpost op de Grebbeberg verlaten had. Er zijn, aldus Voorhoeve, geen nieuwe feiten aan het licht gekomen die nader onderzoek of rehabilitatie rechtvaardigen.

Dat was deze week het antwoord op kamervragen van Jan Marijnissen van de Socialistische Partij, naar aanleiding van een indrukwekkende tv-documentaire (speel af via Geschiedenis TV-kanaal) die op 28 december vorig jaar door de VPRO werd uitgezonden. Het betekende een enorme teleurstelling voor mevrouw J.W. Poelder uit Doesburg, een nicht van sergeant Meijer, en voor mevrouw Marianne Voortman uit Deventer, die sinds de dood van haar vader diens streven om eerherstel voor de sergeant te bereiken onverminderd voortzette. Want de 'oude' feiten maakten al bijna 28 jaar geleden duidelijk dat er in 'de zaak van sergeant Meijer' enkele fatale vormfouten zijn gemaakt.
Van desertie in de zin van 'weglopen met het doel zich blijvend aan de dienst te onttrekken' was geen sprake. De generaal die de aanklacht verzorgde probeerde de krijgsraad te be¨invloeden en werd nauwelijks een dag later volstrekt overspannen uit zijn functie gezet en naar huis gestuurd (al werd hij later weer in ere hersteld). De executie werd binnen enkele uren voltrokken; de voorgeschreven termijn van minimaal 48 uur na het uitspreken van het vonnis werd genegeerd. En van een 'afschrikwekkend voorbeeld' was geen sprake, want niemand werd over de fatale terechtstelling ingelicht; Meijers moeder hoorde de waarheid pas 28 jaar later.
Maar al in 1948, toen de 'zaak-Meijer' nog volstrekt onbekend was, werd de naam van Chris Meijer verwijderd van het oorlogsmonument waarmee de gemeente Rheden zijn slachtoffers van de Duitse inval eerde. Een brief van een anoniem gebleven 'oud-strijder' was daarvoor voldoende. Generaal Harberts?

Een geheime executie

Harberts Generaal-majoor Jacob Harberts (Nederlandse officieren 1940) >

In 1970 sloeg de onthulling van dr. L. de Jong, in deel 3 van 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog', in als een bom: op 12 mei 1940, op de derde dag van de oorlog, was een sergeant die op de Grebbeberg dienst deed ter dood veroordeeld wegens desertie. Aanleiding was het feit dat generaal Jacob Harberts, de commandant van het IIe legerkorps, in zijn hoofdkwartier in Doorn - ruim twintig kilometer van het front - een 'schandelijk falen' van zijn soldaten constateerde, die 'onvoldoende weerstand' hadden geboden aan 'niet meer dan honderd man vijand'. Dat de SS-Standarte 'Der Führer' was uitgerust met de modernste middelen en tot de tanden was bewapend, terwijl de povere Nederlandse verdedigingscapaciteit ook nog eens werd geteisterd door haperende telefoonverbindingen en gebrek aan munitie liet hij daarbij buiten beschouwing. ,,Inzicht in de kracht van de Duitse aanval had generaal Harberts niet'', constateert De Jong droogjes.
Toen ook nog bleek dat inmiddels 'zeker vele tientallen militairen' naar het westen waren gevlucht ,,moest, meende de generaal, onmiddellijk een afschrikwekkend voorbeeld worden gesteld: een dier vluchtelingen moest veroordeeld en gefusilleerd worden''. Het oog viel op een vaandrig die zijn stelling had verlaten en met zijn mannen in Amerongen was aangehouden. Maar, zo citeert De Jong de generaal, ,,er bleken enkele haken en ogen aan dit geval te zitten, waardoor het twijfelachtig was of de krijgsraad de doodstraf zou uitspreken. Er was in de tussentijd echter een veel duidelijker geval voorgekomen van een sergeant die, onder het voortdurend verkondigen dat de Grebbeberg gevallen was, terugtrok en zijn terugtocht reeds had voortgezet tot Nieuwersluis''.
Barbertje was gevonden. En Barbertje moest hangen. De generaal maakte de krijgsraad voor het begin van het proces duidelijk dat ,,slechts een straf op zijn plaats was: de doodstraf''; de auditeur-militair, die begreep dat Harberts daarmee te ver was gegaan, wees de leden erop dat zij zich daardoor niet mochten laten beïnvloeden. ,,De sergeant kreeg geen jurist als verdediger, doch slechts 'een militair met rechtskennis', meldt De Jong. ,,De doodstraf werd geëist, het vonnis uitgesproken, door generaal Harberts bekrachtigd en nog die zondag voltrokken - de eerste executie in den lande sinds in 1854 in Amsterdam een Duitser die een drievoudige moord had gepleegd, opgehangen was. De fusillering van de sergeant werd overigens niet bekend gemaakt; enig algemeen effect kon van het gebeuren dus niet uitgaan.''

Het 'zachte eitje'

GrafMeijer Het graf van sergeant Meijer in Dieren (Grebbeberg.nl) >

Na de oorlog trok de affaire eerst in beperkte kring de aandacht. In 1948 erkende Harberts voor de 'Enquetecommissie Regeringsbeleid 1940-1945' zijn poging tot be¨invloeding. ,,Ik ben mij er volkomen van bewust dat geen enkele autoriteit het recht heeft een rechterlijke instantie te influenceren. Ik achtte het echter beslist noodzakelijk omdat ik mij realiseerde dat de officieren van onze vredesopleiding, opgevoed in de mentaliteit van - laat ik het populair noemen - 'het zachte eitje', er wel eens tegen op zouden kunnen zien, die militair ter dood te veroordelen.''
De zaak kreeg in 1967 ruchtbaarheid door twee artikelen in het Nederlands Juristenblad. De verhalen werden met verbijstering gelezen door J.F.A. Boer, journalist bij Het Parool. Hij besloot de affaire tot op de bodem uit te zoeken. Hij interviewde honderden betrokkenen - familie, soldaten die onder de sergeant hadden gediend, juristen en andere deskundigen - en werkte stapels documenten door. Enkele maanden voor de publicatie in april 1970 stierf hij echter aan een hartaanval; zijn dochter voltooide het werk aan de hand van zijn aantekeningen. Het zeer gedetailleerde en overtuigende boek, 'De zaak van sergeant Meijer', trok grote aandacht.

Linie systematisch onder vuur

Sergeant Meijer en zijn mannen lagen in stelling op de Laarschenberg, de noordelijke helling van de Grebbeberg, dichtbij Ouwehands Dierenpark. Het Duitse leger had op 10 mei Wageningen bereikt. In de nacht kleurde de hemel rood van de branden die intussen woedden in de geevacueerde stad. Volgens De Jong wemelde het ter plekke bovendien van de geruchten dat de verscheurende dieren als de leeuwen en de krokodillen losgelaten waren. In werkelijkheid waren ze afgemaakt, maar wel waren de hokken van de apen en de exotische vogels opengezet, zodat in de direkte omgeving de apen van boom tot boom slingerden en de vogels 's nachts krijsend op de takken zaten. Onbekend is overigens of ook de eenheid-Meijer daar last van had.
Feit is dat in de vroege ochtend van 11 mei de Duitse aanval begon op de 'voorpostenstrook'; de laatste verdedigingslinie tussen Wageningen en de rivier de Grift. Al snel sloegen ook op de Laarschenberg, enkele kilometers naar het westen, de eerste granaten in. Volgens het meeslepende verslag van Boer namen de Duitsers systematisch de hele linie van de Rijn tot het dorpje Achterberg onder vuur, van links naar rechts en terug, zodat er steeds een korte vuurpauze was. Vanuit de stelling waren de vijandelijke troepen echter onzichtbaar, en voor de twee kanonnen onbereikbaar, want men beschikte uitsluitend over pantsergranaten, bestemd voor naderende tanks. De 15 brisantgranaten per kanon, waar men 'recht' op had en die veel verder reikten, waren niet verstrekt. Een duidelijk zichtbare Duitse verkennerspost in Wageningen bleef daardoor ongemoeid.
Vaststaat dat Meijer een ordonnans opdracht gaf een poging te wagen om aan brisantgranaten te komen, maar die projectielen waren er gewoon niet. De bombardementen gingen onverminderd door, zonder dat er iets aan gedaan kon worden. 'We zitten hier gewoon zelfmoord te plegen', concludeerden enkele mannen. Twee maal probeerde Meijer contact te krijgen met een officier, maar de naburige luchtafweer bleek intussen te zijn weggetrokken en de weg naar een andere eenheid werd versperd door een loopgraaf die een voltreffer had gekregen en waar twee militairen waren bedolven onder zand, balken en schotten. Meijer concludeerde dat de situatie hopeloos was. Hij gaf het bevel: 'Stuk eruit, achteruit', liet de munitie op de trekker laden en koppelde één kanon er achter. ,,We gaan terug tot achter de Waterlinie. Daar kunnen we misschien nog iets doen'', zei hij tegen 'zijn' korporaal Bult. En toen vertrok de eenheid, Meijer op de motor voorop, weg van het dodelijke granaatvuur.

Een onbegrijpelijk besluit

Er volgde een kort oponthoud op de fruitkwekerij Plantage Willem III, waar Meijer verklaarde dat de situatie op de Grebbe 'hopeloos' was. Daarna reed de kleine kolonne door, zonder stoppen, via Elst, Amerongen en Leersum, in Doorn vrijwel langs het hoofdkwartier van generaal Harberts, verder naar Driebergen en om Utrecht heen naar Nieuwersluis en Loenen aan de Vecht, west van de Nieuwkoopse Plassen en dus de Waterlinie. Men passeerde rond de vijftig controleposten, maar werd nergens aangehouden. Dat had het einde van de rit betekend, want niemand kende het benodigde wachtwoord. Kennelijk wekte het 'open' vervoer van een kanon met munitie geen enkele argwaan. Maar het is onbekend waarom Meijer zich nergens bij een van de vele commandoposten meldde; de mannen hadden onderweg geen enkel contact. Ook Boer staat machteloos: ,,Niemand zal ooit meer in staat zijn dit bevredigend te verklaren.''
In Loenen waren de mannen aan koffie toe. Andere bezoekers van het koffiehuis leidden uit hun gesprekken af dat de soldaten rechtstreeks van het front kwamen en lichtten de plaatselijke veldwachter in. Die belde de kazerne in Nieuwersluis en kreeg opdracht de militairen daarheen te dirigeren; hij reed voorop op de fiets. Het zou een koud kunstje zijn geweest om te ontsnappen: gewoon gas geven. Maar de troep volgde gehoorzaam; werd in de kazerne tijdelijk zelfs als versterking gezien, want er waren geruchten dat er in de omgeving vijandelijke parachutisten rondzwerfden en de mannen zochten mee. Maar tijdens het verhoor viel het woord 'desertie'.
De volgende dag, Pinksterzondag, werd de eenheid naar Doorn getransporteerd, waar een timmerman inmiddels opdracht had gekregen om voor tien kisten te zorgen, terwijl op het kerkhof tien gaten werden gegraven. Het proces, tegen Meijer alleen, was kort. Zijn 'redeloze vlucht van het slagveld' werd bestraft met de doodstraf. Hij mocht twee brieven schrijven, aan zijn ouders en verloofde: ,,Ik ben ernstig gewond; ik ga sterven.'' Enkele uren later leidde de 'militair met rechtskennis', die tevergeefs als advocaat was opgetreden, het executiepeloton. Meijer weigerde de blinddoek.

Legerkorps 'over het algemeen laf'

De onhullingen, kort voor de herdenkingen van 1970, eerst door dr. L. de Jong en aangevuld door Parool-journalist Boer, sloegen in als een bom. Jaap van Meekren en Ria Bremer riepen op 25 april in AVRO's Televizier generaal Harberts ter verantwoording. Zijn woorden wekten in heel Nederland verbijstering. De houding van het Tweede Legerkorps was ,,over het algemeen laf'' geweest; ,,er waren kerels op de vlucht, er werden witte vlaggen gehesen, er was een spreekkoor bij de Grift dat 'Wir wollen kapitulieren' oefende''. Hij zou 'de zaak-Meijer' nu net zo aanpakken; het beïnvloeden van de krijgsraad gebeurde ,,in het belang van het vaderland''. 's Avonds werd zijn huis belaagd door woedende oud-Grebbesoldaten. De volgende dag nam Harberts de wijk naar Engeland, waar hij in 1971 overleed.
De ontzetting vond een hoogtepunt op 4 mei 1970, toen duizenden voormalige Grebbestrijders voor de Dodenherdenking naar Dieren kwamen, waar bij het graf van sergeant Meijer een erewacht was opgesteld. 'Omdat verder strijden zinloos was, trok hij zijn mannen terug. Hen spaarde hij, doch zelf kreeg hij de kogel, God lieve hemel, van een landgenoot', verwoordde een kaartje aan een bloemstuk het algemeen gevoelen.
Het PvdA-tweede kamerlid Lens stelde kamervragen: 'Kan de Minister zijn opinie geven over de executie van sergeant Meijer op 12 mei 1940 en de procesgang die daaraan voorafging?' De ministers Den Toom van Defensie en Polak van Justitie gingen de voetangels en klemmen behoedzaam uit de weg en beperkten zich tot de poging tot be¨invloeding: ,,Nadien hebben verschillende van de toenmalige functionarissen bij de Krijgsraad verklaard dat zij zich door de toespraak van de commanderend generaal niet be¨invloed achtten''. De overige omstandigheden bleven buiten beschouwing.
Marianne Voortman en mevrouw Poelder hadden, na de VPRO-documentaire van 28 december, al hun hoop gevestigd op rehabilitatie van sergeant Meijer. Een actie via streekbladen leverde al 800 handtekeningen op. Maar volgens minister Voorhoeve zijn geen 'nieuwe feiten' aan het licht gekomen. De naam van sergeant Meijer komt niet terug op de gedenknaald in Rheden. De doofpot van de 'oude feiten' blijft dicht.

Zie ook: Verhoor generaal Harberts voor Enquêtecommissie, 26 februari 1948 (Grebbeberg.nl)
Dieren zoekt nog steeds plek voor Meijer (Grebbeberg.nl) De Gelderlander 17 en 18 december 1999)

© Andre Horlings (WUGO)

Reactie 1 (14 maart 1998)

Sergeant Meijer verdient eerherstel

Plaquette Op 12 mei 2001, op hetzelfde tijdstip waarop 61 jaar eerder Chris Meijer werd geëxecuteerd, werd op de begrafenis van Dieren, dichtbij zijn graf, onder grote belangstelling een gedenksteen onthuld met de tekst: "Johan Christiaan Meijer's dood - Het gevolg van een oorzaak die oorlog heet". (Dodenakkers.nl) Klik op foto voor meer details. >

In uw Weekeinde-bijlage van 28 februari werd op een overzichtelijke wijze aandacht besteed aan de zaak van sergeant J.Chr. Meijer, die op 12 mei 1940 werd terechtgesteld wegens het verlaten van zijn stelling aan de Grebbeberg. Minister Voorhoeve van Defensie heeft helaas afwijzend gereageerd op kamervragen van J. Marijnissen van de Socialistische Partij om de sergeant te rehabiliteren.
Dat viel te verwachten, gezien ook de afwijzende houding van de toenmalige ministers van Defensie en Justitie in 1970 op vragen van het kamerlid Lems (PvdA) over de executie en daaraan voorafgaande procesgang. Wat betreft de zaak-Meijer stelde de minister toen o.m. dat ,,de instelling van de krijgsraad te velde door de commandant van het IIe legerkorps, (...) alsmede de berechting en executie'', in overeenstemming waren met het geldende Organisatiebesluit Regtspleging te Velde. ,,Deze commanderend generaal (Harberts - vdTjr) heeft (...) voor de zitting een toespraak gehouden (...) waarin hij de zijns inziens bestaande noodzaak van een doodvonnis onder hun aandacht bracht. Het houden van deze toespraak moet als in strijd met algemene beginselen van strafprocesrecht worden aangemerkt, zoals de betrokken commanderend generaal achteraf (...) ook heeft erkend. De auditeur-militair bij de Krijgsraad heeft dan ook terecht aanstonds op deze toespraak gereageerd, door de leden daarvan voor te houden dat zij onafhankelijk naar eer en geweten recht dienden te spreken. Nadien hebben verschillende van de toenmalige functionarisssen bij de Krijgsraad verklaard dat zij zich door de toespraak van de commanderend generaal niet be¨invloed achtten''. De vraagstelling van de heer Lens was m.i. veel te bescheiden van opzet. Opvallend is dat de ministers zich wat betreft het antwoord beriepen op wat de betrokkenen destijds tegenover de Enqu¨etecommissie verklaarden, zonder dat zij een onderzoek lieten verrichten naar de juistheid.
Waarom de heer Lems zich met een kluitje in het riet heeft laten sturen is mij een raadsel, want gezien de publiciteit in 1970 - de onthulling van de executie door dr. L. de Jong, het boek 'De zaak van sergeant Meijer' van Parool-journalist Boer, het geruchtmakend interview van Jaap van Meekren en Ria Bremer (AVRO's Televizier) met generaal Harberts, dat dermate negatieve reacties van Grebbe-veteranen opriep waardoor de generaal de volgende dag naar Engeland vluchtte, en de indrukwekkende herdenking van Meijer op 4 mei bij zijn graf in Dieren - moet het overtuigend duidelijk zijn geweest dat er in mei 1940 een merkwaardige procesgang plaatsvond, waarvan de afloop onrechtvaardig was.

Ondeugdelijke rechtsgang

Jaap van der Wel van AVRO's Televizier kwam er in 1992 met een documentaire op terug en op 28 december 1997 vond een reconstructie plaats in een VPRO-documentaire. De publiciteit toonde volgens mij onweerlegbaar aan dat de rechtsgang ten dezen ondeugdelijk was, dat Meijer daarvan het slachtoffer is geworden en dat postuum nationaal eerherstel alleszins op zijn plaats is, zodat ook zijn naam weer op de gedenknaald van de begraafplaats Heiderust in Rheden wordt aangebracht, zo mogelijk op eervolle wijze. Hij heeft immers zijn leven gegeven om dat van zijn mede-soldaten te redden.
Minister Voorhoeve wees echter op 18 februari jl, in zijn antwoord aan Marijnissen, eerherstel af, omdat ,,geen nieuwe feiten (waren) gepresenteerd die een ander onderzoek of rehabilitatie rechtvaardigen. (...) Sergeant Meijer heeft, zoals ook uit de televisie-documentaire blijkt, zowel tijdens het 'vooronderzoek' voor de officier-commissaris als ter zitting van de krijgsraad te velde het hem tenlastegelegde _ 'in tijd van oorlog opzettelijk buiten noodzaak eigendunkelijk ontruimen en verlaten van zijn post' _ volledig bekend. Een en ander onder de verzwarende omstandigheid dat dit feit zich al bij het begin van de gevechten had voorgedaan. Voorts waren de voor de officier-commissaris afgelegde getuigenverklaringen op dit punt eensluidend''.

Srebrenica

Maar deze minister denkt geheel anders over het feit dat in 1995 Nederlandse Uno-troepen in Srebrenica, die tot taak hadden het leven van de moslims te beschermen, niet (eens) werden of konden worden ingezet toen zij verrast of onder de voet gelopen werden door een grote overmacht van zwaar bewapende Bosnische Serviërs. In de oorlogsdagen van mei 1940 kreeg het hele Nederlandse leger, dat, zoals bekend, slecht was uitgerust, te maken met een zware modern bewapende Duitse overmacht met alle gevolgen van dien. Meijer ondervond dit ook en bracht, toen bleek dat hij o.m. was afgesneden en geen verbindingen meer had, zijn manschappen en wapens in veiligheid, daar het zijn bedoeling zal zijn geweest om zich te gaan hergroeperen teneinde vanuit een andere positie door te (kunnen) gaan vechten, want anders zou hij toch waarlijk niet het kanon hebben meegenomen. Meijer was dus geen lafaard of verrader.
Helaas waren de Duitsers in 1940, en de Bosnische Serviers in 1995, in de meerderheid, met alle ellendige gevolgen van dien. Ik wil hiermee niemand beledigen of kwetsen, maar slechts aangeven dat er in Srebrenica wel hoge Nederlandse militairen waren die goede verbindingen hadden met het opperbevel voor het tijdig krijgen en doorgeven van dienstbevelen, om de troepen in veiligheid te brengen enz. In het geval-Meijer echter niet, gezien het feit dat Meijer wel degelijk vooraf, maar tevergeefs, probeerde instructies van zijn meerderen te krijgen, doch hij had geen verbindingen (meer), en hij kon niet eens, zij het om andere redenen, om luchtsteun vragen.
Naar aanleiding van publiciteit over deze zaak door mevrouw Nienke Verheul van het Streekjournaal (Doesburg, Rheden en omgeving), is een plaatselijke handtekeningenactie om eerherstel ontstaan, die volgens mij volle ondersteuning verdient. Hierin is ook een taak voor de gemeente Rheden weggelegd. De Haagse 'doofpot'mag niet dicht blijven, want dat heeft Chris Meijer niet verdiend, en evenmin degenen die moeite hebben gedaan het deksel daarvan te lichten.

L.C. van der Tas jr.
Lunteren



Reactie 2 (14 maart 1998)

'Lid van krijgsraad loog over controle'

Boer Met veel belangstelling las ik op zaterdag 28 februari het artikel over sergeant Meijer. Ook mij laat deze zaak niet los, want ik heb hem zeer goed gekend. Hij was ook onze sectiecommandant, maar ik was bij het andere stuk van sergeant Broeks (en niet Kamphuis, zoals Jan Boer schrijft in het boek 'De zaak van sergeant Meijer'), dat bleef staan nadat Meijer zich had teruggetrokken.
Volgens mij was Meijer nergens bang voor en ik begrijp ook niet waarom hij de stelling heeft verlaten. In het concentratiekamp in Luckenwalde (bij Berlijn) vertelde een soldaat die onder Meijer diende dat hij dat deed omdat twee soldaten die net vader waren geworden op 9 mei, hem hebben gesmeekt om de stelling te verlaten, maar of dit waar is weet ik niet. Wel weet ik dat hij nooit een deserteur is geweest, want die duikt onder en dat deed Meijer niet. Die generaal Harberts was stapelgek.
Maar eigenlijk wil ik iets anders vertellen; een aanvulling op wat tot nu toe bekend is geworden. Het gaat over de heren van de krijgsraad en het gebeurde begin 1970. Wat lees ik in het boek van prof. De Jong over de strijd op de Grebbeberg (deel 3, pag. 237), toen de krijgsraad besloten had Meijer te executeren? 'Nog diezelfde ochtend ging een van de leden van de krijgsraad op de Grebbeberg polshoogte nemen; het ene stuk dat de sergeant in de steek had gelaten stond er nog steeds'.
Nu pak ik het boek van Jan Boer. Op pagina 255: 'Met het bevel van de legerkorpscommandant op zak sprong kapitein G. (naam wordt in het boek voluit vermeld) op zijn motor en daverde weg, richting Grebbeberg'. Dat was dus dat ene lid waar De Jong over schrijft. Boer noemde het een heldendaad, omdat hij het front tegemoet reed. Toen ik dat allemaal gelezen had was ik stomverbaasd, want ik weet zeer zeker dat hij niet bij ons stuk is geweest. Ik las in het boek dat hij ook in Ede woonde en besloot hem over deze zaak op te bellen. Na de kennismaking vertelde ik hem dat ik gelezen had dat hij bij het andere stuk was geweest. Hij bevestigde dat. Toen vroeg ik hoe dat mogelijk was, 'want als plaatsvervangend stukscommandant heb ik u helemaal niet gezien'. Het bleef een ogenblik stil en toen werd de verbinding verbroken. Terstond belde ik hem terug en toen schreeuwde hij me toe: 'meneer, ik heb niets met u te maken', en verbrak wederom de verbinding. Het heeft me jarenlang dwarsgezeten hoe een officier zo de branie uit kon hangen en daarom schrijf ik u nu over deze 'heldendaad'.

G.A. Ossenkoppele
Ede
Oud: 3-1-19RI-P.A.G.



DUTCH COURAGE'S PRODUCTIONS
Documentaires: Arnhem Spookstad | Rees: De verzwegen deportatie | Kriegsgefangenenpost | Drama SS Pavon
Publicaties: Artikelen en features | Krapulistische oprispingen | 100 jaar Apeldoornse Courant
Webcams: World Webcam Monitor > Unprotected webcams > Cruiseship cams > List of webcams and more
Media: Press > TV > Radio & video > Twitter and more
World: Atlas | Natural events | Weather > Climate change | Disasters > Earth's End
Various: Dutch Courage's Boeken | Guitar at Charles Bridge | Contact

Aangepast zoeken
© André Horlings

Make a free website with Yola