Verontrustende boodschap deels achterhaald

(13 februari 2020) Dit verhaal, over een in de oorlog totaal vernielde en in de communistische tijd verwaarloosde Joodse begraafplaats in de Poolse stad Bialystok, ontstond tijdens een reis die ik, samen met een in de Koude Oorlog naar Nederland gevluchte Pool (te lang verhaal), in augustus 1991 maakte naar Polen, dat toen nog maar net twee jaar zijn zelfstandigheid had teruggekregen na de ineenstorting van het communisme. Het land was zichzelf nog aan het uitvinden en verkeerde in een opwindende, anarchistische chaos, wat de reis maakte tot een onvergetelijke gebeurtenis.

Bialystok < Bialystok in Noordoost-Polen (Kaart: Wikipedia)

In de stad Bialystok, in het noordoosten van Polen, kwamen we langs een Joodse begraafplaats. Het hek was dichtgelast, maar erachter was een chaos te ontwaren van omgevallen grafstenen die schots en scheef over elkaar heen lagen, omringd door werkelijk metershoog gras en struiken die overal uit de bodem oprezen.

We klommen over de muur en doolden enige tijd over de ontluisterende getuigenis van het feit dat hier vroeger Joden woonden die, als ze niet al waren overleden, niet meer waren teruggekomen om de begraafplaats te onderhouden. Het was geen anti-semitisme, maar een vrijwel absolute desinteresse voor de Joodse nalatenschap in Polen.

In dezelfde chaos kreeg ik een nationalistisch tijdschrift in handen met op de omslag een cartoon: een straatarme boer achter een ploeg en een broodmager paard, met op zijn nek een dikke Jood met sigaar in de mond, zoals ze in de oorlog werden gepubliceerd in Der Stürmer. Het anti-semitisme tierde dus nog welig in Polen; daar waren in 1991 geen Joden meer voor nodig.

Ik schreef er een verhaal over dat in september 1991 werd gepubliceerd in ‘mijn’ Apeldoornse Courant en andere regionale dagbladen, aangesloten bij Persunie.

Op zondag 3 februari 2020 besteedde Geert Mak, in zijn nieuwe tv-serie ‘In Europa’ over de twee decennia na het veelbelovende jaar 2000, in een verbijsterende aflevering aandacht aan Polen. Na afloop concludeerde ik: dit was ‘mijn’ verhaal van 1991; de geschiedenis herhaalt zich.

Daarom heb ik de reportage uit mijn papieren archief aangevuld met links om te publiceren in mijn digitale archief. De illustraties zijn deels origineel; deels vernieuwd.

Bovendien zocht ik op internet naar de actuele situatie van de Joodse begraafplaats van Bialystok. Die bleek een aanzienlijke reorganisatie te hebben ondergaan, die de waardigheid van de laatste rustplaats voor de Joodse inwoners van Bialystok die niet zijn weggevoerd heeft teruggebracht en waar vrijwilligers elke zomer opnieuw verder aan doorwerken. Over de geschiedenis en het lot van de Joodse begraafplaats van Bialystok zal ik binnenkort een verhaal wijden op Historiek.net.

==========================================

Gate1991

De muur vol graffity rond de Joodse begraafplaats van Bialystok. (foto bij verhaal uit 1991, in plakboek)

Een verwelkt bosje bloemen ligt tussen de woekerplanten

Polen verwaarloost deel geschiedenis

Door ANDRÉ HORLINGS

gate2019 De poort naar de begraafplaats in 2019. (Foto: Heidi M, Szpek, Ph.D. (www.jewishepitaphs.org)) >

(21 september 1991) De Tweede Wereldoorlog beëindigde een deel van de Poolse geschiedenis: die van de Joden. Zes miljoen Polen kwamen om het leven, van wie de helft Polen. Van de Joodse overlevenden bleven er slechts rond 10.000 in het land toen ze werden geconfronteerd met een heftig na-oorlogs anti-semitisme.

Al 500 jaar wonen er Joden in Polen. Ze vonden er een toevluchtsoord toen ze elders in Europa scherp werden vervolgd. Polen was verreweg het belangrijkste Joodse ‘thuisland’. En hoewel de betrekkingen met de Polen nooit echt hartelijk en vrij van anti-semitisme zijn geweest, was er in het algemeen sprake van een redelijke verstandhouding.

Maar nu de Joden nagenoeg uit Polen zijn verdwenen blijkt ook hun nagedachtenis vergeten te worden. Wat er nog over is van hun begraafplaatsen verkeert nu in een vergaande staat van verwaarlozing.

‘Wie zijn herinneringen uitwist, loopt het gevaar opnieuw besmet te worden’, constateerde de Duitse bondspresidet Richard von Weizsäcker in 1985. Het gebrek aan belangstelling voor de eigen historie draagt in Polen bij tot een toenemend anti-semitisme.

----------------------------------------

Het hek van de Joodse begraafplaats van Bialystok is dichtgelast. Misschien is het een daad van piëteit jegens de doden die er begraven zijn, en willen de autoriteiten van de stad in Noordoost-Polen zo verdere grafschendingen voorkomen. Maar het is waarschijnlijker dat zij de schande willen verbergen dat de graven niet meer worden onderhouden sinds er geen nabestaanden meer zijn.

Sommige grafstenen liggen schots en scheef over elkaar heen, alsof er een wervelstorm heeft gewoed. De meeste zijn aan het oog onttrokken door onkruid en laag struikgewas. Er zijn geen paden, geen aanwijzingen; alleen in het gesloten hek is de ‘Jodenster’ aangebracht. De eindeloze grauwe muur rondom wordt ontsierd door graffiti.

De Joodse begraafplaats grenst aan een katholiek kerkhof. De tegenstelling is enorm. De graven daar zijn keurig verzorgd. Vele zijn getooid met bloemen; sommige met een nog brandende kaars. Enkele mensen wandelen over het vers geharkte grind. De herinnering aan de doden leeft er voort.

Voor de Joden lijkt dat niet te gelden. Er zal trouwens ook haast niemand meer zijn die nog Joden uit Bialystok kent. Na de Duitse inval in 1941 werd de bevolking weggevoerd en voor de meesten eindigde het leven in de gaskamer.

Nalatenschap

puinhoop < De grafstenen lagen verbrokkeld ovr elkaar heen, overwoekerd door metershoog gras en struiken. (Foto: André Horlings)

Toch blijkt opeens, verrassend, dat die vergetelheid niet compleet is. Op een verweerde grafsteen, nauwelijks zichtbaar tussen de woekerplanten, ligt een verwelkt bosje bloemen, nog onlangs neergelegd door iemand die niet vergeten kan.

De Endlösung van Adolf Hitler, het plan voor het ausrotten van de Joden, is wat Polen betreft bijna geslaagd. Van de 3,35 miljoen Poolse Joden hebben er slechts 369.000 de Holocaust overleefd [cijfers gebaseerd op bron uit 1991]. De meesten emigreerden, vooral als gevolg van het anti-semitisme dat zich in juli 1946 zelfs weer ontlaadde in een regelrecht pogrom in de stad Kielce. Van de 200 daar teruggekeerde Joden werden er 42 vermoord door fel-nationalistische Polen. Officieel staan er nu [1991] nog 10.000 Polen als Jood geregistreerd.

right De Joodse grafstenen van Trzcianne werden vermalen. In 1991 resteerde nog een bordje. (Foto: André Horlings)

De Joodse nalatenschap bestaat voornamelijk uit begraafplaatsen - of wat daar van over is. In het vroeger voornamelijk Joodse dorp Trzcianne, 35 km noordwest van Bialystok, is dat alleen een bordje, dat er trouwens nog niet zo lang geleden is neergezet. De begraafplaats diende na de oorlog geruime tijd als vuilnisbelt en de meeste stenen werden versplinterd om de wegen mee te verharden. Tussen de graspollen zijn hier en daar scherven met Hebreeuwse teksten te herkennen.

“Wie zijn herinneringen uitwist, loopt het gevaar opnieuw besmet te worden”, zei de Duitse bondspresident Richard von Weizsäcker op 8 mei 1985 in zijn bekende toespraak ter gelegenheid van het feit dat het toen 40 jaar geleden was dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Die woorden lijken in Polen opnieuw actueel. Er bestaat geen zichtbare aandacht voor het Joodse verleden. Polen verwaarloost daarmee een onderdeel van de geschiedenis waarmee het land willens en wetens meer dan 500 jaar nauw verbonden is geweest. Ongetwijfeld ook daardoor steekt het anti-semitisme er de kop weer op.

Geschiedenis

Bialystok behoorde eeuwenlang tot de belangrijkste Joodse steden van Polen. Er woonden in 1941 40.000 Joden; meer dan de helft van het totaal aantal inwoners. Slechts 950 zouden de oorlog overleven. Eén van de meest dramatische jaren voor de Tweede Wereldoorlog was 1905, toen de stad nog bij Rusland behoorde. Het was de tijd van de Russische pogroms tegen de Joden, en Bialystok vormde geen uitzondering. In april hielen kozakken er twee dagen huis en vernielden ze de synagoges. Ruim twee maanden later, eind juni, reageerden Russische soldaten er hun frustraties af over de door hen verloren Russisch-Japanse oorlog en vermoordden 50 Joden. En toen op 30 juli een bom een bloedbad veroorzaakte in de Jodenwijk dooden militaire patrouilles die de huizen doorzochten elke Jood die ze er aantroffen. Na een nieuw pogrom in juni 1906, waarbij 78 mensen het leven lieten, keerde de rust terug.

monument1905/06

Op de al gedeeltelijk gerestaureerde begraafplaats is het gedenkteken hersteld dat was opgericht vanwege de Russische pogroms in Bialystok in 1905 en 1906.(Foto: Heidi M, Szpek, Ph.D. (www.jewishepitaphs.org))

Uit de periode tussen de twee wereldoorlogen, toen Bialystok onderdeel van Polen was geworden, zijn geen ernstige incidenten bekend. Het Molotov-Ribbentroppact uit 1939, de verdeling van Polen tussen Duitsland en de Sovjet-Unie, had voor de Joden onmiddellijk gevolgen. Drie dagen na hun inval, op 4 september, maakten de Duitsers duidelijk dat de Joden vogelvrij waren. De zuidelijke stad Czestochowa - nu een katholiek bolwerk - was toen woonplaats voor 30.000 Joden. Enkele honderden Joden kwamen om het leven in de daar door de Duitsers aangerichte pogrom op deze ‘bloedige maandag’.

Ghetto

Sindsdien waren executies aan de orde van de dag. Er kwam een vluchtelingenstroom naar het oosten op gang die aanhield toen het Rode Leger, volgens geheime fspraak met de Duitsers, oostelijk Polen bezette. In Bialystok, in de Russische zone, vonden veel vluchtelingen onderdak. Maar in mei en juni 1940 maakten ook de Russen duidelijk dat van hen weinig te verwachten was. Enkele honderden Joodse inwoners werden naar Siberië gedeporteerd.

Op 22 juni 1941 begon Operatie Barbarossa. De Russen werden door de Duitses in een genadeloos tempo uit Oost-Polen verdreven; rond Bialystok werden 328.000 man krijgsgevangen gemaakt. De overwinning werd kracht bijgezet toen op 28 juli, bloedige vrijdag, minstens duizend Joden de synagoge in werden gedreven, die vervolgens in brand werd gestoken. En op 12 juli, de Sabbat, werden drieduizend Joden door de SS opgepakt, naar buiten de stad gebracht en daar zonder vorm van proces doodgeschoten.

Onmiddellijk daarna werd het ghetto van Bialystok ingericht; één van de rond 400 plaatsen in Polen waar Joden werden verzameld.In februari 1943 begon de Endlösung; de eindoplossing: in één keer werden meer dan 10.000 Joden naar de vernietigingskampen van Treblinka en Auschwitz overgebracht. Een lid van de Joodse Raad van de stad pleegde zelfmoord toen hij vernam dat andere leden de Gestapo in het bezit had gesteld van een lijst met Joden die voor deportatie in aanmerking kwamen.

Net als in Warschau, waar in april 1943 5000 Joodse verzetsstrijders het leven lieten in een laatste uitputtingsslag tegen de Duitsers, kreeg het bestaan van het ghetto in Bialystok een bloedig einde. De opstand begon toen de SS op het punt een Aktion te beginnen; de eufemistische uitdrukking voor het systematisch uitroeien van ghetto-bewoners, wat al op diverse plaatsen in Polen was gebeurd. Een verzetsbeweging slaagde erin een groot aantal Joden de stad uit te smokkelen. Vanuit hun schuliplaatsen in de bossen werden talloze aanvallen op de Duitsers uitgevoerd. Geen enkele verzetsstrijder overleefde de slag.

Toen de strijd voorbij was stelden de nazi’s de 40.000 resterende Joodse bewoners op transport en werd de stad Judenfrei verklaard.

[Gebaseerd op bronnen uit 1991. Actueler: Opstand in het ghetto van Bialystok – 16+17 augustus 1943]

Anti-semitisme

De betrekkingen tussen de meest orthodox-katholieke Polen en de Joden, die er al 500 jaar wonen, zijn nooit hartelijk geweest. Voor de oorlog tierde het anti-semitisme welig. Overigens net als elders; Nederland niet uitgezonderd. Maar de Polen lijken geen Joden nodig te hebben om anti-semitische gevoelens te blijven koesteren.

Oud-vakbondsleider Lech Walesa rekende vorig jaar (1990) tijdens de presidentsverkiezingen af met zijn - Joodse - rivaal premier Tadeusz Masowiecki, door de bevolking op te roepen een ’echte Pool’ te kiezen. Hij maakte duidelijk dat hij ’schoon’ was - geen Joodse voorouders had - en verweet tegelijk de Joden het Poolse anti-semitisme te hebben opgewekt ‘door hun Jood-zijn te verbergen’.

antisemitisme Het nationalistische blad ‘Ojczyzna’(Vaderland) nplaatste in 1991 deze cartoon van een straatarme Poolse boer, die ook nog de last moet dragen van de stinkendrijke Jood. >

Kardinaal Glemp suggereerde zelfs dat de Joden de oorzaak waren van de communistische onderdrukking, het drankmisbruik en de verwoeste economie van het land. Hij was vooral woedend over de slepende kwestie van het Karmelitessenklooster op het grondgebied van het concentratiekamp Auschwitz, waartegen van Joodse zijde jarenlang scherp werd geprotesteerd ‘omdat de rooms-katholieke kerk daarmee ‘het grootste Joodse kerkhof wederrechtlijk is binnengedrongen’. De kwestie is inmiddels opgelost: het klooster wordt verplaatst.

‘Ook Jezus was een Jood’, staat geschilderd op een muur in Warschau. Maar het valt te vrezen dat de anti-Joodse gevoelens tijdens de komende parlementsverkiezingen hoogtij zullen vieren. [Masowiecki verloor].

Het nationalistische weekblad Ojczysna (Vaderland) ontkent [in de zomer van 1991 dus] dat er een anti-semitisch probleem bestaat in Polen: ‘Van de semieten behoort 93 procent tot de Arabieren. De Polen zijn voor 99 procent pro-Arabisch, dus pro-semitisch’

Op de voorpagina was een veelzeggende cartoon afgedrukt van de ‘voorjaarsperikelen’ van een armoedige keuterboer die, ploegend achter een broodmager paard, ook nog de last moet dragen van dezelfde Jood (dik, rijk, grote neus, sigaar) waarmee in de oorlog Der Stürmer furore maakte.

Deze reportage kreeg in 2020 een vervolg: Joods verleden heeft weer toekomst in Polen - Eerherstel voor in 1939/89 ‘vergeten’begraafplaats in Bialystok

Make a free website with Yola